Skip to main content

Anoniem- Extaze


(Uit: De Tijdspiegel 1892, nr.2, p.421-423.)

Zoolang de letterkundige kunst zal bestaan en de dichters zullen onledig blijven, de producten hunner phantasie en de om zich waargenomen dingen te verwerken tot tafereelen van waarheid en verdichting, waarin de mensch zichzelf, zijn leven en streven, zijn strijden en lijden, zijne hartstochten, gewaarwordingen en gevoelens kan herkennen, zoolang zal ongetwijfeld de wederzijdsche betrekking tusschen man en vrouw een geliefkoosd thema van behandeling blijven uitmaken. Geliefkoosd om de groote, natuurlijke aantrekkingskracht, zich opdringend door het voor de hand liggende van het onderwerp. De liefde, in welken zin men het woord ook opvat, is de groote beweegkracht, tevens de machtige beheerscheres van het menschelijk gemoed; geen ideaal van volmaaktheid en geluk, dat niet, en meestal in groote mate, daardoor wordt beheerscht.
    Het is dan ook geen wonder, dat sinds eeuwen hér de liefde tusschen man en vrouw het uit den treure, doch onvermoeid en niet vermoeiend, op allerhande wijzen en manieren beschouwd, opgevat, behandeld en uitgewerkt onderwerp van schrijvers in gebonden en ongebonden stijl in alle talen der wereld is geweest. Die manieren zijn aan smaak, aan mode onderhevig; nu eens worden de met het thema in verband staande onderwerpen niet groote schuchterheid als onbewust aangeduid en met allerlei omsluiering en bedekking behandeld; dan weder worden de vraagstukken met eene aan ruwheid grenzende oprechtheid gesteld en ontleed, ook zonder dat dit verschil van de verschillende mate van talent in de behandelaars afhangt. In onzen ultra-sensitieven tijd valt de sensitieve manier van behandelen in den smaak, terwijl dit uiterste van den weerstuit tot het overdreven ruwe en lompe voert, zonder dat er eigenlijk ten slotte van veel verschil van opvatting en uitlegging blijkt.
    De meerderheid der voor ons liggende romans en novellen, welker titels hierboven afgeschreven staan, behandelen het onderwerp van de liefde, zoowel in als buiten het huwelijk, van zeer uiteenloopend standpunt, doch met eene merkwaardige overeenkomst in de gestelde ge - vallen. Voor zoover namelijk het huwelijk een factor in de gekozen formule uitmaakt, voeren de meesten der heden te bespreken schrijvers en schrijfsters de romantische trias - de vrouw, den echtgenoot, den minnaar - ten tooneele. De nevenselkanderstelling dezer drie elementen geeft hun aanleiding, om het vraagstuk volgens hunne opvattingen en meeningen uit te werken, ofschoon zij de oplossing naar behooren overlaten aan den lezer. Zoo brengt Emants ons in twee huisgezinnen, in het tweede waarvan de echtgenoot ontdekt, dat zijne vrouw met een ander man betrekkingen, van vriendschap naar 't heet, heeft aangeknoopt, die hem veel ongerustheid baren; terwijl in het eerste gezin de man van zijne eigen vrouw de niet weinig naïeve mededeeling moet hooren, dat zij niets minders in den zin heeft gehad, dan met een jeugdig huisvriend ervan door te gaan. De schrijfster van Een huwelijk brengt eene uit berekening doch zonder liefde gehuwde notarisvrouw in tegenwoordigheid van een voormalig minnaar, met wien het op een onweerlijken namiddag van 's notaris afwezigheid tot eene uitbarsting komt, vol gevaren voor den afwezigen echtgenoot. Ook de heer Kepper, ofschoon zijne novelle een ander bepaald doel heeft, van namelijk over het duel te handelen, kiest eene daarmede overeenkomende casuspositie, waar echter de huisvrede wegens de standvastigheid en trouw der jonge vrouw geenerlei gevaar loopt. In Otto Altendorf maken wij kennis met een jong geneesheer, getrouwd met eene speelnoote uit zijne kinderjaren, wie hij niet ontrouw heeft willen worden, ofschoon zijn hart behoort aan eene andere, moreel en intellectueel veel hooger dan zijne echtgenoote staande vrouw, die hem evenzeer bemint. Een ander dezer werken is in 't bijzonder aan de vraagstukken van het huwelijksleven, den strijd tusschen de juiste opvatting van de innige samenleving van man en vrouw en de wetten, die in de maatschappij deze samenleving regelen en beheerschen, gewijd; wij kunnen dus wel getuigen, heden dit onderwerp, van alle zijden beschouwd en beoordeeld, onder onze aandacht te hebben.
    Extaze noemden wij in deze opsomming niet, hoewel het aan het hoofd van onze lijst staat en om vele verdiensten van vorm zonder twijfel op dien voorrang aanspraak maken kan. Toch staat in dit

422
'boek van geluk', gelijk het heet, de verhouding tusschen man en vrouw volstrekt niet op den achtergrond; verre van dien: de novelle handelt over niets anders, daar zij de betrekking tusschen eene naar de mode van den dag ultra-nerveuze weduwe uit de Haagsche groote wereld en een geblaseerd losbol beschrijft. Huwelijksverhoudingen worden daarin echter niet besproken, ja, ofschoon in het gegeven geval bij de wederzijdsche groote liefde voor elkander de vereeniging ook voor de maatschappij als 't ware de natuurlijke, schoon prozaïsche oplossing geweest ware, noch de heldin noch de held van het avontuur zoude daarmede zijn gediend, want de hunne is niet eene liefde als die van u en mij, die met den geest ook de zinnen beheerscht, maar eene 'spiritueele', die geen bezit begeert of begeerte bezit, maar welker 'geluk' volmaakt is door eene vervoering, waarvan de gewone mensch denkbeeld noch begrip heeft. De overgevoelige jonge moeder en weduwe, aanvankelijk als niet weinig hysterisch voorgesteld, gevoelt zich aangetrokken tot den held der novelle, Taco Quaerts, voor haar zeer interessant, omdat hij eene liaison heeft met eene getrouwde vrouw. Blijkbaar dus een zinnelijk motief van toenadering, terwijl men van een man als Quaerts, zooals Couperus dien althans schildert, een losbol, die zich aan allerlei uitspattingen overgeeft, kwalijk een ander verwachten kan. De toenadering en kennismaking hebben dan ook in het begin den voor tijdelijke liaisons gebruikelijken loop, en de schrijver zegt ons met zooveel woorden, dat inderdaad niets anders dan de zeer menschelijke kracht der natuur hen tot elkander brengt. Doch de helden wikken, maar de auteur beschikt. Het is hem niet te doen een liefdesavontuur te beschrijven met een banalen - zeg liever: normalen, natuurlijken - afloop. Zonder eenig keerpunt of motief verandert de neiging van de weduwe Van Even voor jonkheer Quaerts en de neiging van jonkheer Quaerts voor de weduwe Van Even in eene 'spiritueele liefde', om welker beschrijving en ontleding de 'psychologie' van den schrijver geprezen wordt, terwijl de critiek hen, die in dergelijke gewaarwordingen niet komen kunnen , tot 'de schare van groven zin' rekent, die zulk fijn werk niet genieten kan.
    Hoewel dit nu natuurlijk maar eene machtspreuk is, waarin geen verstandig mensch een motief of argument vinden kan, zijn wij wel gedwongen ons onder deze geminachte 'schare van groven zin' te rangschikken. Eene verhouding, zooals Couperus die hier beschrijft, is na- tuurlijk bestaanbaar, evenals elke ziekte en kwaal bestaanbaar is hij de menschelijke natuur, en er hoort even natuurlijk 'psychologie' toe, om dit ziekteverschijnsel te beschrijven, als er geneeskundige kennis toe vereischt wordt, om de ziekten van het lichaam te onderkennen. Bij normale menschen, met een normaal verstand en gemoed, neemt de verhouding tusschen man en vrouw van nature echter een geheel ander karakter aan, dan hier beschreven wordt tusschen de hysterische weduwe en den verloopen jonker. Tusschen normale menschen van verschillende

423
kunne kan zonder twijfel eene zuiver platonische genegenheid bestaan, iets, dat meer, hooger en iets anders dan vriendschap is, zonder eigenlijke liefde te wezen. Maar de eigenlijke, ware liefde, kan niet zonder hartstocht, zonder zinnelijke begeerte bestaan. Eene verhouding, zooals die hier 'extaze' genoemd wordt, die noch met bezit en begeerte noch met eene louter platonische gemeenschap naar den geest iets heeft uit te staan en toch in zinnelijkheid haar oorsprong heeft, is iets onnatuurlijks, ziekelijks - bijna schreven wij: gedepraveerds. Zij herinnert aan de voorzichtige weduwe uit Pot-bouille. Met 'geluk', noch in de laag materialistische, allerminst in eene hoogere opvatting, is die toestand niet in verband te brengen; alleen impotentie kan daarbij geluk, vrede en voldoening vinden.
    Om deze reden mist dit geheele verhaal voor ons alle bekoring en aantrekkelijkheid. 't Is ziekelijk van conceptie, en de lezing ervan heeft slechts eene ontzenuwende, weemakende uitwerking. Eene krachtige natuur moet zich ergeren over dat om elkander draaien van een man, die geen man, en eene vrouw, die geen vrouw is, - le simulacre d'un homme et le simulacre d'une femme, om Calpigi's term te gebruiken, - twee geesteskranke, abnormale personen. Maar gesteld, dat men zich geheel over deze verslappende gewaarwording kan heenzetten, dan zal men in den vorm van de novelle veel vinden, dat waardeering verdient. Deze is alleen wat week en slap, wat precieus en gezocht van stijl en uitdrukking, maar daaraan heeft deze auteur, voor wien, naar vorm en inhoud beide, het mannelijke, krachtige weinig aantrekkelijks schijnt te hebben, die liever met zenuwen dan met spieren te doen heeft, zijne lezers nu eenmaal gewend. Met zijne eigenaardige manieren, die met onzen smaak weinig strooken, heeft hij aan den vorm van zijn boekje groote zorg besteed; wij vragen alleen, of het doel al die zorgen wel verdiende en deze niet beter besteed waren aan een ander onderwerp dan aan de beschrijving van eene onnatuurlijke verhouding tusschen twee abnormale individuen.

Wij komen nu op de romans en novellen uit het huwelijksleven terug, waarin Marcellus Emants, juffrouw Huygens, Mepper en Van Gelder ons van raad en voorlichting zullen dienen.

[...]*

 

*De recensent bespreekt vanaf dit punt een aantal andere recent verschenen romans. De tekst die op deze werken betrekking heeft, is weggelaten. Dit geldt ook voor de titelbeschrijvingen van deze romans, bovenaan de recensie.