Couperus had het niet zo op lichamelijk leed. Los van een gevalletje tuberculose hier en een beroerte daar, hield hij het vooral bij het beschrijven van zielsziekte. Waarschijnlijk had hij een persoonlijke interesse in psychische afwijkingen, maar het was natuurlijk ook gewoon mode.
Een aantal van u is het vast opgevallen dat deze Arabesken laat in het jaar verschijnt. Wij doen altijd enorm ons best om, naast onze betaalde banen, Arabesken op tijd bij u in de brievenbus te laten vallen. Helaas had de redactie dit jaar te kampen met enorme drukte op werk en daarnaast met stress, kleine en grote gezondheidsproblemen (van verkoudheden tot operaties en gebroken armen), gecrashte laptops, verloren telefoons en ga zo maar door. We zullen u niet
lastigvallen met de details, dat deed ‘onze’ Couperus immers ook niet.
Couperus had het niet zo op lichamelijk leed. Los van een gevalletje tuberculose hier en een beroerte daar, hield hij het vooral bij het beschrijven van zielsziekte. Waarschijnlijk had hij een persoonlijke interesse in psychische afwijkingen, maar het was natuurlijk ook gewoon mode. Een boek dat naadloos in de ‘neuroseliteratuur’ van die tijd past, is natuurlijk Eline Vere. Maar uit zijn werk blijkt ook een afschuw van – en angst voor – ziekte, ouderdom en aftakeling. Toen ik mijn exemplaar van Van oude mensen… aan mijn schoonmoeder uitleende, zei zij na lezing dat zij het een goed boek vond, maar ook dat zij het confronterend vond hoe Couperus mensen op leeftijd
beschreef. Couperus was zelf nogal bang om (vroegtijdig) oud te worden. En helaas heeft hij geen hoge leeftijd bereikt, met zijn 60 jaar. Welke ziekte hem fataal is geworden, is niet duidelijk. Wellicht
toch die rottige tuberculose?
Wie er afgelopen genootschapsdag bij was, heeft van José Ursem gehoord hoeveel er in het Couperusjaar is gebeurd. Dat wisten wij al wel, maar als je het dan in haar presentatie weer allemaal op een rijtje ziet… Echt heel bijzonder. De oogst was groot en wij hebben vaak niet alles met aandacht kunnen bespreken, zelfs niet in de dubbeldikke jubileumuitgave. In deze Arabesken vindt u daarom een bespreking van de in onze ogen prachtige stripversie van Hooge troeven en een column die schrijver Mohammed Benzakour ter ere van het Couperusjaar schreef. Verder gaan we als genootschap de Couperuspenning nieuw leven inblazen en laten we de kunstenaar daarvan aan het woord. En we vertellen wat het citaat op de penning met onze vaste rubriek ‘De Passatist’ te maken heeft. Dan is er nog een artikel over Couperus en de kunstenaar Rotgans, en we besteden aandacht aan het overlijden van Dick van Vliet. En tot ons verdriet is er de laatste keer bericht van het Louis Couperus Museum in de vorm van een kort interview met Caroline de Westenholz.
De volgende Arabesken verschijnt uiterlijk in januari en daarna probeert de redactie het normale ritme van verschijnen weer op te pakken met een zomernummer en een winternummer. Hopelijk is
onze levenskracht dan weer op volle sterkte, net als die van u! ❧
Namens het bestuur en de redactie,
Annette Postma
P.S. We hebben al een datum voor onze volgende genootschapsdag, namelijk zondag 6 april!
Geachte donateurs,