Skip to main content
Couperus nu

Call for Papers (1): De (post)koloniale Couperus

Nieuws

We zijn op zoek naar bijdragen die Couperus eigen koloniale politiek opnieuw belichten, Couperus’ eigen verhouding tot de koloniën onderzoeken, nieuwe historische feiten over Couperus en Nederlands-Indië voor het voetlicht brengen, of nieuwe (post)koloniale interpretaties van Couperus’ schrijven presenteren

De romans van Louis Couperus en de Nederlandse koloniën zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De stille kracht en Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... blijven belangrijke voorbeelden van Nederlandse koloniale literatuur en ook Couperus’ verslag over zijn reis naar onder andere Indonesië in de bundel Nippon blijft fascineren. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat deze werken nog steeds veel aandacht genereren en steeds weer opnieuw geïnterpreteerd worden aan de hand van veranderde inzichten over het Nederlandse koloniale verleden. Zo bewerkte Ivo van Hove zowel De stille kracht en Van oude menschen voor de Couperustrilogie die hij regisseerde voor Toneelgroep Amsterdam tussen 2015 en 2017. Vooral in zijn bewerking van De stille kracht trok Van Hove een lijn tussen Couperus’ roman en de latere koloniale oorlog van de jaren 40 (1).

De koloniale werken van Couperus blijven fascineren en nog steeds delen onderzoekers en letterkundigen nieuwe inzichten over Couperus’ eigen relatie met de Nederlandse koloniën en de positie van de koloniën binnen zijn werk. Zo lazen Elleke Boehmer en Coen van ‘t Veer recentelijk De stille kracht met een postkoloniale queer benadering (2). In deze lezing wordt de decadente schrijfstijl van Couperus een geleider tussen de non-normatieve verlangens van Léonie Oudijck en inheemse praktijken en sensualiteit.

Uit de toneelbewerkingen van Van Hove en recent gepubliceerde artikelen over Couperus’ koloniale romans, wordt duidelijk dat kritische reflectie over de koloniale politiek in die romans steeds belangrijker wordt. Recente ontwikkelingen in de postkoloniale verhoudingen tussen Nederland en Indonesië, zoals de excuses voor het Nederlandse geweld tijdens de koloniale oorlog die Koning Willem-Alexander in 2020 aanbood en de herdenking van het arriveren van Molukse KNIL-soldaten in Nederland 70 jaar geleden, scheppen ruimte om opnieuw na te denken over de rol die de Nederlands-Indische letteren, en zo ook het werk van Couperus, hebben gespeeld in de politieke en culturele beeldvorming van Nederlands-Indië.

Arabesken schept graag ruimte voor deze nieuwe kritische reflectie en nodigt lezers uit om een bijdrage te leveren voor een themanummer met de titel ‘De (post)koloniale Couperus’. We zijn op zoek naar bijdragen die Couperus eigen koloniale politiek opnieuw belichten, Couperus’ eigen verhouding tot de koloniën onderzoeken, nieuwe historische feiten over Couperus en Nederlands-Indië voor het voetlicht brengen, of nieuwe (post)koloniale interpretaties van Couperus’ schrijven presenteren.

De gemiddelde lengte van een artikel voor Arabesken is 2500 woorden, maar daar kan in overleg van af worden geweken. Voor verdere vragen en de precieze richtlijnen voor auteurs kunt u een mail sturen naar arabesken@louiscouperus.nl.

Noten

1. Voor een recensie van Van Hovens De stille kracht, zie Liesje Schreuders, ‘Van Oudijck zonder autoriteit. De stille kracht door Toneelgroep Amsterdam’. Arabesken 46, December 2015, p.57-60.

2. Elleke Boehmer en Coen van ‘t Veer, ‘Van diepe angst en stil genot’. In: De postkoloniale spiegel. De Nederlands-Indische letteren herlezen. Ed. Rick Honings, Coen van ‘t Veer en Jacqueline Bel. Leiden 2021, p.141-157.

Afbeelding

Anoniem, Groepsportret met zeven Europese mannen op een landweg staande voor een Aziatische bediende, mogelijk op Borneo, stereofoto, 1900-1940. Foto: Rijksmuseum: RP-F-F12960.

Bron: rijksmuseum