Skip to main content
Couperus nu

Call for Papers (2): De humor van Couperus

Nieuws

Voor een themanummer over de humor van Couperus zijn we op zoek naar bijdragen die het humoristisch schrijven van Couperus opnieuw belichten, of interessante en nieuwe inzichten kunnen bieden over Couperus als doelwit van satire en humoristische werken.

Ooit schreef Couperus in zijn Intieme impressies over het Nederlandse volk het volgende:

Wij, Nederlanders, zijn een vreemd volk. Men moet ons goed kennen, om ons te beminnen, want bijna al onze deugden hebben eene medaille-weêrzijde en deze is het, die vooral den vreemdeling treft. Zoo is onze degelijkheid aan hare weêrzijde zwaarwichtig en vervelend en zo is onze ernst allemachtig saai aan die zijde. Geestig zijn wij niet; humor hebben wij nooit; wij zijn altijd plomp en nooit elegant en daarbij hebben wij een leelijke taal en geen litteratuur (1).

Kortom, Couperus had geen hoge pet op van de Nederlandse humor. Sterker nog, die leek hem zelfs volledig te ontgaan. Wie Couperus leest, zal in de eerste plaats ook niet gelijk denken aan zeer humoristische literatuur. Zijn tragische Haagse romans, decadente stijl en zijn voorkomen als dandy roepen eerder de associatie op met serieuze, verheven kunst, dan met komedie en satire.

Toch is het werk van Couperus niet volledig verstoken van humor. Zijn kort biografisch proza en feuilletons staan boordevol scherpe observaties en in Van en over alles en iedereen schrijft hij over zichzelf dat hij ‘te dikwijls “paljas”’ voor zijn lezer is geweest (2). Bovendien was Couperus zelf ook een makkelijk doelwit voor satiristen en humoristen. Juist vanwege zijn decadente proza en zijn dandy-achtige voorkomen, staken collega schrijvers maar al te graag de draak met hem. Berucht is natuurlijk het personage Louis Poepjes uit Johan Broedelets roman Hofstad, een niet al te verhulde parodie op Couperus zelf (3).

 Over Hofstad en het personage Louis Poepjes is al een en ander geschreven in Arabesken, maar de humoristische kant van Couperus zelf is to nu toe nog redelijk onderbelicht gebleven(4). Daarom willen we in een toekomstig nummer meer aandacht schenken aan Couperus’ eigen humor: zijn scherpe en gevatte observaties, zijn karakterschetsen, en zijn zelfbeeld als paljas, dat naar voren komt in zijn feuilletons. Voor een themanummer over de humor van Couperus zijn we op zoek naar bijdragen die het humoristisch schrijven van Couperus opnieuw belichten, of interessante en nieuwe inzichten kunnen bieden over Couperus als doelwit van satire en humoristische werken.

De gemiddelde lengte van een artikel voor Arabesken is 2500 woorden, maar daar kan in overleg van af worden geweken. Voor verdere vragen en de precieze richtlijnen voor auteurs kunt u een mail sturen naar arabseken@louiscouperus.nl.

Noten

1. Louis Couperus, Volledige Werken Louis Couperus [dl. 49], p.585.

2. Louis Couperus. Van en over alles en iedereen. Volledige Werken Louis Couperus [dl. 35], p.494.

3. Johan W. Broedelet. Hofstad. Deel 1. Zeist 1909, p.51.

4. Zie onder andere: Sander Bink, ‘“Ik ben Louis Poepjes.” “Keutelland’s meest gevierde romancier” bespot’. In: Arabesken 22, november 2003, p.12-16, en Rémon van Gemeren, ‘In de modder van een high life. Bewerkte uitgave van Hofstad van Joh. W. Broedelet’. In: Arabesken 43, mei 2014, p. 45-48.

Afbeelding

Marius Bauer, naar David Teniers (II), Flaubert’s Verzoeking van den Heiligen Antonius, door Couperus in het Hollandsch vertoond, 1896. Foto: Rijksmuseum, NG-1972-28-20-76.

Spotprent op de gemengde ontvangst van de vertaling door Louis Couperus van Gustav Flauberts La Tentation de Saint Antoine. Couperus als de heilige Antonius bezocht door geesten en monsters die hem proberen te verleiden. Verschenen in de bijvoegsel van 'De Kroniek' van 4 oktober 1896.