In de serie Nederlandse literaire klassiekers brengt theaterbureau Hummelinck Stuurman vanaf september 2012 De kleine zielen op de planken, een nieuwe bewerking van Couperus’ De boeken der kleine zielen door Ger Thijs.
De cast zal onder anderen bestaan uit Oda Spelbos, Sandra Mattie, Celia Nufaar, Marie-Louise Stheins, Cas Enklaar, Marc Klein Essink, Tom Hoffman, Reinier Bulder en Nico de Vries. Thijs, die ook de regie van het toneelstuk op zich neemt, kan zich inmiddels een door de wol geverfde Couperusbewerker noemen; De kleine zielen is al de zesde Couperusproductie waar hij bij betrokken is. Naar aanleiding van dit heuglijke feit interviewde Arabesken hem over de ins en outs van deze nieuwe voorstelling.
Arabesken: ‘In 1993 heeft u De boeken der kleine zielen voor het eerst bewerkt voor toneel en geregisseerd bij het Nationale Toneel. In 2006 bewerkte en regisseerde u De stille kracht en twee jaar later Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan… Vanwaar deze fascinatie, en waarom nu opnieuw De kleine zielen?’
Thijs: ‘Dingen die ik mooi vind, doe ik vaker dan een keer. Dat gaat vanzelf, als je je verwant voelt met een schrijver. De focus verandert bovendien met je leeftijd en met de cast waarmee je werkt. Deze productie komt geheel zonder subsidie tot stand, dus moeten we het met minder acteurs doen.’
Arabesken: ‘Welke verschillen zijn er nog meer met de voorstelling van 1993?’
Thijs: ‘Toen waren we met vierentwintig mensen en speelden we twee avonden. Nu is het aantal rollen beperkt, waardoor figuren worden samengevoegd en meer diepte krijgen. De zorgzame Dorine en de boze Adolfine heb ik bijvoorbeeld verenigd in één personage met twee schijnbaar tegengestelde eigenschappen, waardoor het geheel interessanter wordt.
Er is ook een belangrijk verschil in de keuze van de scènes. Destijds heb ik de eerste drie delen van De boeken der kleine zielen, die zich in Den Haag afspelen, gecomprimeerd; deze keer laat ik het vierde en zwakste deel weg, het deel dat zich in Driebergen afspeelt, waar de familie weer bij elkaar komt. Op deze manier krijg je een hoog tempo, een carrousel van gevoelens. Ik heb scènes achter elkaar gezet waarin je eerst niet merkt dat de tijd verstrijkt. Zo vormt zich een rondedans van figuren, met een licht aangedikte speelstijl.’
Arabesken: ‘Op welke manier zijn leeftijd en levenservaring van invloed op de bewerking?’
Thijs: ‘Enerzijds kijk ik nu somberder, anderzijds met meer begrip tegen het verhaal aan. In het bewerken en regisseren is mijn principe: doen alsof het echte mensen zijn. De boodschap is in dit geval: heb moed, want anders is het laat. Dat is een centraler thema dan in 1993. Destijds was de voorstelling melancholiek, gestoeld op het determinisme, op de gedachte dat je de gang van het leven niet kunt beïnvloeden. Nu ben ik van plan het harder, kritischer te maken.
Neem het personage van Van der Welcke, indertijd gespeeld door Willem Nijholt, nu door Thom Hoffman, een groot Couperusfanaat. Van der Welcke is een lastig personage;
52
een tegelijkertijd ontroerende en oppervlakkige man, die zijn veertienjarige zoon gebruikt als intermediair om, wanneer hij verliefd is op iemand anders, aan zijn vrouw Constance te zeggen dat hij het leven toch niet wil veranderen.
Ook Constance is verliefd op een ander en ook zij wil niet veranderen.
Dat is een lafhartige episode van menselijke kleinheid. Het is niet melancholiek; de personages hebben eenvoudig het formaat en het lef niet om de dingen te veranderen. We moeten de titel van het verhaal dus letterlijk nemen, ondanks het feit dat Couperus de figuren met veel liefde beschrijft.
Sowieso is het een práchtig verhaal, spannend op de manier van een televisieserie. Ouders die kinderen teleurstellen, de neergang van een familie worden door Couperus op een volstrekt moeiteloze manier beschreven. Hij houdt de touwtjes in handen. Daar heb ik grote bewondering voor. In de Nederlandse opinie wordt dit volgens mij niet genoeg gewaardeerd. Wat dat betreft had ik beter in Engeland kunnen wonen, dan had ik de rest van mijn leven Dickens kunnen bewerken...’
De voorstelling De kleine zielen gaat op zaterdag 22 september 2012 in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag in première.
Voor de donateurs van het Louis Couperus Genootschap wordt op dinsdag 18 december een speciale voorstelling georganiseerd. Donateurs ontvangen die dag een gratis programmaboekje en een gratis drankje na afloop van de voorstelling, exclusief in een besloten foyer. Ook kunnen zij voorafgaand aan de voorstelling een inleiding tot het toneelstuk bijwonen. U kunt voor deze avond telefonisch reserveren via 0900 345 67 89 onder vermelding van ‘Couperusgenootschap’.
(Uit: Arabesken 20 (2012), nr.39, p.51-52.)