Een interview met de makers van de opera Eline
Door Hester Meuleman
Uit: Arabesken 56 december 2020 p. 33- p.35
Aukelien van Hoytema (AvH, libretto), Piet Souer (PS, compositie) en Sigrid van der Linden (SvdL, muziekproductie) zijn momenteel bezig met het maken van een Engelstalige opera Eline op basis van Eline Vere van Louis Couperus. Ondanks het coronavirus werken zij gestaag door om Eline om te toveren tot operaheldin. Hoe is dit project ontstaan?
PS: Eline Vere staat al tijden bij me in de kast. Een aantal jaar geleden hoorde ik iemand op de radio gepassioneerd vertellen over het boek. Toen ben ik het boek nog eens gaan lezen en alles ontrolde zich voor mijn ogen. Ik vind dat je enige levenswijsheid moet hebben opgedaan om alle karakters te kunnen doorgronden en dat vond ik een uiterst boeiende exercitie. Al snel ben ik begonnen de muziek te schrijven. Mijn achtergrond ligt eigenlijk meer bij de lichte muziek, al was ik wel altijd geïnteresseerd in
klassieke muziek en ga ik ook vaak naar de opera. Mijn moeder was lid van een oratoriumvereniging en ik ging vaak mee, dus muziek is me met paplepel ingegoten. En nu leek de tijd me rijp om mezelf verder te ontwikkelen door het vertellen van dit verhaal door middel van een opera.Vervolgens ben ik naar Sigrid van der Linden gegaan. Zij was onder meer adjunctdirecteur muziek bij de TROS en tegenwoordig werkt zij als zelfstandig muziekproducent, en zij haalde Aukelien van Hoytema, voormalig directeur muziek bij de TROS en schrijfster van diverse musicals, revues en liedjes, erbij. Wij hebben samen een goede klik, waardoor het prettig samenwerken is en zijn nu zo’n tweeënhalf jaar aan het werk aan dit project.
AvH: Ik had het boek uitgebreid gelezen toen ik twintig was, maar daarna niet meer. Wel heb ik veel van Couperus gelezen en het ook vaak over hem gehad, doordat ik bevriend mocht zijn met Frédéric Bastet. Maar eerlijk gezegd had ik altijd een beetje een hekel aan Eline. Ik dacht: zet nou toch eens door! Het paste waarschijnlijk gewoon niet in die periode van mijn leven. Door de gesprekken die Piet, Sigrid en ik nu over haar hebben ben ik meer van haar gaan houden, en kan ik haar vooral beter volgen, wat natuurlijk een voorwaarde is om dit te kunnen schrijven. Ik vind het wel mooi dat je waardering voor zo’n personage door de jaren heen kan veranderen.
SvdL: De grote uitdaging is op dit moment Eline op de planken te zetten. We zijn in gesprek met diverse orkesten, dirigenten, zangers en regisseurs; daar zijn we tot nu toe heel tevreden over, maar we zitten nu door het coronavirus in een moeilijke tijd voor de culturele wereld. In elk geval hebben we een zangeres voor Eline nodig, die beantwoordt aan het beeld van een jonge, nerveuze vrouw, die vooral wendbaar moet zijn om Elines stemmingen over te brengen en dat goed met haar stem kan uitdrukken.
Ook vinden we dat de opera in de tijd van Eline Vere zelf geënsceneerd moet worden en niet in het heden.
PS: Dat zou niet kloppen. De manier waarop Eline leeft, waarop de mannen haar het hof maken, sluit niet aan bij deze tijd. Al voel ik me wel vrij de muziek mijn eigen wending te geven. Er zijn melodieën die al vanaf mijn vroege jeugd in mijn hoofd zitten en waar deze opera echt een uitlaatklep voor is. De muziek uit Eline Vere, zoals Le Tribut de Zamora van Gounod, is niet meer bij iedereen bekend, zoals toen, dus ik vind niet dat ik daar precies bij hoef aan te sluiten. Dat is wel een reden om de opera Eline te noemen en niet Eline Vere, want dan zou ik me wel verplicht voelen er Gounod en Wagner in te stoppen.
AvH: En er zitten natuurlijk minder personages in dan in het boek. Dat zit zo propvol personages, dat is niet te doen op het toneel, en al helemaal niet in een opera. Eline, Betsy, Henk, Fabrice, Otto, St. Clare, Vincent, Paul, Daniël en Elize, George en Emily en de dokter spelen in elk geval een rol, en dat is het wel zo’n beetje. Dat zijn al behoorlijk veel personages voor een opera. Mijn fascinatie is altijd geweest hoe libretto en muziek elkaar kunnen versterken, dus daar doe ik mijn best op. Ik ben als musicoloog ooit afgestudeerd op de opera’s van Schubert. Bijna niemand kent die nog, aangezien ze geen succes waren. Schubert was meer een lyricus dan een dramaticus en daardoor vond niemand zijn opera’s spannend genoeg.Ik heb heel veel opera’s gezien en de vraag welk samenspel tussen tekst en muziek nu het beste werkt, houdt me nog altijd bezig.
Het is spannend om het zelf te proberen en het voelt haast arrogant, maar ik vind Eline in elk geval een goede dramatische heldin. We mogen blij zijn met Couperus, dat hij zo’n geschikte heldin voor de opera heeft geschapen. Ze is dramatisch gezien te vergelijken met een Tosca of een Manon Lescaut. Een uitdaging is dat de roman heel veel beschrijvingen heeft, en die kun je niet gebruiken, alleen de dialogen. Maar daar staat tegenover dat Couperus haarscherpe dialogen schrijft die op zichzelf al een verhaal vormen. Er is genoeg dramatiek. Het is ook handig dat ik zelf uit Den Haag kom, ik ken de buurt van Eline goed, dat hielp bij het schrijven. En niet te vergeten het karakter van Eline zelf. Het is interessant omdat dat nerveuze zich steeds meer ontwikkelt, en dat wordt beschreven via al die mannen met wie ze zich bezighoudt. Eerst is er die sprookjesachtige tienerverliefdheid op de zanger Fabrice, dan het meer gewone bij Otto, waar ze niet tevreden mee is. Daarna komt die fascinerende toewijding aan Vincent, waarbij ze hem beter wil maken, iets wat je in je omgeving nog wel eens ziet gebeuren in relaties. Vervolgens komt ze aan in Brussel in een milieu waar ze zich niet echt thuis in voelt, maar waar ze maar wat verdoofd in meedoet en dan komt die St. Clare die haar een spontaan voorstel doet, maar dat durft ze dan weer niet aan. En uiteindelijk stort ze in, beseffend dat het haar niet lukt er wat van te maken.
PS: Dat verkapt erotische wat erin zit maar steeds niet tot bloei komt en dat nerveuze gedrag vind ik zo mooi. Ik heb mensen gekend die zich net zo nerveus gedroegen als Eline, met wie het ook niet goed afliep. Ik vind haar een zeer geloofwaardig personage. Ook ik merk overigens bij het componeren dat het me helpt te lopen op plaatsen waar Eline gelopen heeft in Den Haag, dat het me op de een of andere manier zelfs helpt dat ik op plaatsen ben geweest waar Couperus is geweest, in Zuid-Frankrijk, Italië, Java, dat brengt me in een bepaalde sfeer, het heeft haast iets magisch.
AvH: Verder komt de vertaling van Ina Rilke goed van pas bij het schrijven. Zij gebruikt Engels dat bij de tijd van Eline past en heeft het boek prachtig vertaald. PS: Die vertaling had ook een goede recensie in The New York Times. Zoiets helpt bij het opwekken van interesse voor de opera. We zouden de productie graag in verschillende landen willen uitvoeren en er lijkt wel belangstelling te zijn voor dit verhaal. Daarnaast is het Nederlands niet zo’n makkelijke zangtaal vanwege de keelklanken; het is niet altijd even verstaanbaar. En ik vind dat dit verhaal een internationaal publiek verdient.
SvdL: Het zou niet onmogelijk zijn een Nederlandstalige opera te maken met een Nederlandse cast, als zangers maar in gewoon spreektaal-Nederlands zouden zingen en niet iedere klinker of medeklinker zouden verkleuren tot een soort Duitse klanken. Daarbij wordt in opera een groot volume van de stem gevraagd, wat ook een onduidelijke uitspraak kan veroorzaken. Met een Engelse opera worden bovendien de mogelijkheden voor de casting groter. Ook voor de internationale markt is een Engelse opera interessant. Zelf heb ik overigens alles van Couperus, ik vind zijn karakters vaak goed uitgewerkt en vind ook zijn journalistieke werk interessant om te lezen. Eline is zo boeiend doordat ze haar hele omgeving charmeert ondanks haar gekkigheden. Ik vind het mooi dat Piet er zo door geraakt werd en luister graag naar zijn muziek, die ik ken als harmonisch en melodieus.
AvH: Ik merk dat dit project me optilt. Lichte muziek is ook leuk om mee bezig te zijn, maar dit is serieuzer, het is een groot project. Ik ben blij dat we eraan begonnen zijn.