(Uit: De Jonge Gids 1889, nr.3, p.840)
Langs lijnen van geleidelijkheid heet de nieuwste roman van Louis Couperus - 'n roman die (schrik niet voor den dùrf der Gids-redactie) het Socialisme 'r bij z'n rooie haren bijsleept. Alle socialistische snobs, alle jeugdige luidjes die thans fatsoenlijk mededoen met het meer en meer ver-kamerend sociaal modetje kunnen zich er aan verkwijlen. Voor onze lezers dit sappig proefje:
- Aan zijn leven richting geven, dàt is het moeilijke. Ieder leven heeft een lijn, een richting, een weg, een pad: langs die lijn moet het leven vervloeien in den dood, en wat is na den dood; en die lijn is moeilijk te vinden. Ik zal mijn lijn niet vinden.
- Ik zie mijn lijn ook niet voor me...
- Weet u, er is een onrust over me gekomen. Mama, hoort u, er is een onrust over me gekomen. Vroeger droomde ik in het Forum, ik was gelukkig en dacht niet aan mijn lijn. Nu denk ik aan mijn lijn. Mama, denkt u aan uw lijn, en denken de zusjes er aan?
De zusjes, in den donker, als poesjes in de diepe stoelen verzonken, gichelden een beetje. Mama stond op.
- Beste Duco, je weet, ik kan je niet volgen. Ik bewonder Cornélie, dat zij je aquarellen mooi kan vinden, en begrijpt wàt je bedoelt met die lijn. Mijn lijn is nu naar huis, want het is al heel laat...
- Dat is de lijn van de naaste seconde. Maar er is een onrust over mijn lijn van dagen en weken hierna. Ik leef niet goed. Het Verleden is heel mooi, en zoo rustig, omdat het geweest is. Maar ik heb die rust verloren. Het Heden is wel heel klein. Maar de Toekomst... O, als we een doel konden vinden! Voor de Toekomst...
Zij hoorden niet meer naar hem; zij gingen de donkere trappen af, tastende.
- Brood? vroeg hij zich af.
Als dit geen lijntjes-trekkerij is voor de goeie bourgeoisie die zich zoo graag door d'r artisten laat verneuken - dan weet ik het niet meer.
J. W. S.