Skip to main content

Nonnie

Iets over Louis Couperus

(Uit: Echo 1 (1900, 13 mei), nr.33, p.390-391.)

IETS OVER LOUIS COUPERUS

    Vergood en verguisd, het zijn wel twee uitersten. En toch is het, alsof men tegenover dezen auteur geen middenweg kan vinden.
    Waarom toch, tegenover het bewonderend opzien van een groot deel van het lezend publiek het scherpe, afbrekende optreden van zoo menig criticus. Waarom? Couperus levert toch veel en veel moois; zijn taal en stijl, zijn ze niet meesterlijk, blijven ze dat niet altijd, in welk van zijn werken ook? Zeker, er is geen boek van Couperus, of het geeft ons veel te genieten. Toch, als we iets meer gezocht hebben in het boek dan een tijdverdrijven, leggen we het neer met teleurstelling. Het kan niet anders: Couperus geeft veel, maar niet genoeg, niet wat wij van hem verwachtten. Dat veroorzaakt teleurstelling, en teleurstelling maakt bitter.
    Zie, toen daar 'Eline Vere' verscheen, wat zagen we eene mooie toekomst voor Couperus, eene toekomst van minder populariteit misschien, dan hij nu gevonden heeft, maar van groote, diepe kracht, Doch 'Eline Vere', wat gaf het niet een prachtigen blik op Haagsche toestanden, wat was het mooi van beschrijving en begrijpen! Als een jong schrijver dat geven kon als één zijner eerstelingen, dan had men recht, het hoogste voor hem niet onbereikbaar te achten.
    'Noodlot' toen. Vele menschen ergerden zich over het realisme in dit boek, maar zuiver en met wat eene kracht waren de personen geteekend! Geen boek om lief te hebben, maar om te bewonderen.
    Daarna zagen met korte tusschenpoozen het licht: Extase, Majesteit, Wereldvrede, Hooge Troeven, En in alle waren dezelfde qualiteiten onverzwakt; maar geen stond veel boven zijn voorganger.
    Toen kwam: 'Metamorphose', geen autobiographie, volgens Couperus' eigen verklaring. Toch een boek, dat ons denken deed aan inkeer, tot eigen zich, en dat ons verlangend deed uitzien: Wat nu?

391
    Daar verscheen 'Psyche', heelemaal buiten de richting van onze verwachting; maar dankbaar ontvangen, hoog gewaardeerd, een juweeltje in onze boekenkast.
    En weer wachtten we, tot we 'Fidessa' kregen, het verhaal van de nimf met haar naam van trouw. Het genre van 'Psyche' was gevolgd, waar o! wat een stap omlaag van 'Psyche' naar 'Fidessa'.
    Oppervlakkig gelezen, och, dan is er wel veel moois in; maar, als we gaan ontleden, wat blijft er dan weinig over van dat moois, wat vinden we veel onzuiver zien, en valsch voelen.
    Is. Querido (in 'Nederland', als ik me niet vergis) geeft dan ook, voornamelijk naar aanleiding van 'Fidessa' eene mooi doorwerkte verhandeling over 'Couperus als fantasmagorist,' waarin hij aantoont, hoe ver Couperus te kort schiet in zuiver begrip en in naïveteit.
    Reeds in den aanvang van het boek wijst hij ons op verscheiden fouten, laat ons b.v. zien, van hoe onzuivere visie het getuigd, als Cou- perus zijne nimf, waar ze weggevoerd wordt op den rug van den eenhoorn, denken laat over trouw, een begrip, dat haar als nimf onbekend moest zijn. En scherp en duidelijk wordt ons gewezen op fout na fout, en de indruk van onvoldaanheid, die de lezing ons gaf, wordt versterkt door dieper begrip.
    Neen, 'Fidessa' is geen werk voor Couperus om trotsch op te zijn.
    Onwillekeurig denk ik aan woorden van Rudyard Kipling: 'A great deal depends on being master of the bricks and mortar of the trade. But the instant we begin to think about success and the effect of our work to play with one eye on the gallery - we lose power and touch and everything else.'
    Zou dit laatste het geval zijn met Couperus. Zou hij te weinig naar zijne ziel luisteren, te veel aandacht geven aan zijn publiek?.
    'Master of the bricks and mortar of the trade', dat is hij ontegenzeggelijk, maar voor mijn gevoel hebben zijne werken steeds meer verloren aan kracht en diepte, met het klimmen van zijn succes als schrijver.
    Ik heb mij altijd voorgesteld, dat Couperus met zijne rijke verbeelding, zijn diepe kennis van het leven en de menschen, Couperus, meester over het woord als misschien geen tweede, nog eens iets leveren zou, dat ver boven al zijn ander werk zal staan, boven, 'Metamorphose en 'Extase', boven 'Eline Vere', boven 'Psyche' of die kleine novelle; 'Een Illusie', die mij misschien van al wat deze schrijver ons gegeven heeft, nog het liefst is; een rijk, diep, machtig werk, dat zijn zou hét boek van Couperus, hèt boek van onzen tijd.
    Verwacht ik te veel?
    Niet meer, dan we van Couperus mógen verwachten, geloof ik. En 'k heb 'Fidessa' dan ook neergelegd met een onuitgesproken: Nog niet! maar met ongeschokt vertrouwen in wat komen zal.

NONNIE.

Redactionele ingrepen:
- p.391:
dan is er wel veel moois is > dan is er wel veel moois in
te think about success > to think about success
the effect of ons work > the effect of our work
boven, 'Metamorphose er 'Extase' boven 'Eline Vere' > boven 'Metamorphose' en 'Extase', boven 'Eline Vere'
NONNIE, > NONNIE.