Skip to main content

Noten bij artikel Couperus en Oscar Wilde

Leeswijzer: dit document - met daarin de noten met toelichting - is nu zichtbaar in een nieuw tabblad. Zoek in het tabblad naar het nummer van de noot die u wilt lezen en ga daarna weer terug naar het tabblad waarin het artikel nog open staat. NB Vergeet niet wanneer u klaar bent om dit (extra) tabblad af te sluiten.

Overzicht van de noten in het artikel Louis Couperus en Oscar Wilde.

 

1 Oorspronkelijk verschenen in Arabesken 59, 2022. Dit is een tweede, zeer veel vermeerderde versie, december 2024.

2 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 486- 539, aldaar p. 514.

3 Albert Vogel jr., Van en over Couperus. Voordrachtklassieken 1. Theater Instituut Nederland/Louis Couperus Museum, 1998. Eerder uitgekomen op langspeelplaat, Theater Klank & Beeld, 1972. Opname: 7 november 1970, Kleine Zaal van het Concertgebouw, Amsterdam.

4 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 513- 514.

5 Matthew Sturgis, Oscar: a Life. 2018. London: Head of Zeus, p. 710. 

6 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 504.

7 Oscar Wilde, ed. H. Montgomery Hyde, The Annotated Oscar Wilde. London: Book Club Associates, 1982, p. 141, noot 8.

8 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 514.

9 Ibid., p. 515.

10 Ibid,, p. 516.

11 Ibid., p. 521-22. Zie ook Piet Kralt, ‘Louis Couperus en de decadente verfijning’, Arabesken 40, november 2012, p. 9.

12 Johan Polak, Bloei der décadance, Amsterdam, Balans, 1991, p. 118. Eerder in: Johan Polak, Oscar Wilde in Nederland, Gerards & Schreurs, Maastricht, 1988, p. 37.

13 Louis Couperus, Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan…, Volledige werken Louis Couperus, 25, p. 6-7.

14 Louis Couperus, Langs lijnen van geleidelijkheid. Volledige werken Louis Couperus, 16, p. 16-17.

15 Ibid., p. 61.

16 Louis Couperus, Aan den weg der vreugde. Volledige werken Louis Couperus, 26, p. 13, 15, 18.

17 Louis Couperus, ‘De zoekende zielen’. In: Proza. Eerste bundel. Volledige werken Louis Couperus, 46, p. 63-114.

18 Ibid., p. 69.

19 Ibid., p. 70.

20 Mary Kemperink, ‘In the future, when I will be more of a celebrity’, in: Gaston Franssen en Rick Honings (eds.): Idolizing authorship: Literary celebrity and the construction of identity, 1800 to the present. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2017, p. 132-151, aldaar p. 139-141.

21 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 505.

22 Zie de dissertatie van Geertjan de Vugt, waarin hij de samenhang tussen dandyisme, een verlangen naar harmonie en schoonheid en de politiek onderzoekt aan de hand van o.a. Baudelaire, Van Deyssels concept van het ‘Monumentaal- Politische’ en Diepenbrocks essay Schemeringen: Geertjan de Vugt, Political dandyism in literature and art: genealogy of a paradigm. Palgrave Studies in Modern European Literature. Cham (Zwitserland: Palgrave Macmillan, 2018), aldaar vooral p. 95-129.

23 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 509.

24 Louis Couperus, ‘Dorian Gray’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 209-214.

25 Frédéric Bastet, Louis Couperus: Een biografie. Querido, Amsterdam, 1987, p. 403-404, zie ook p. 347-348. Een interessante parallel is te trekken met Wilde’s houding tegenover het liegen in zijn essayistische dialoog The decay of lying (1891).

26 Louis Couperus, Eighteen Tales/Eigtheen short stories: Delightful tales of the blue Mediterranean. Joy, colour, sunshine, even frivolity prevail throughout. (vert. J. Kooistra.) F.v. White & Co., Ltd., Londen, 1924.

27 Louis Couperus, Dear Sir: Brieven van het echtpaar Couperus aan Oscar Wilde (ed. Caspar Wintermans). Avalon Pers, Woubrugge, 2003. Louis Couperus, De Correspondentie, deel 1: De Correspondentie (ed. H.T.M. van Vliet), Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2013, brief 52, p. 70-71.

28 Louis Couperus, ‘Dorian Gray’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 214.

29 Ibid. De laatste uitroep naar de bekende Latijnse uitspraak ‘sic transit gloria mundi’.

30 Henri van Booven, Leven en werken van Louis Couperus. Velsen, Schuyt, 1933.

31 Frank Harris, Oscar Wilde: His Life and Confessions. Boston, Da Capo Press, 1997 (oorspr. in eigen beheer, 1916).

32 Menno ter Braak, ´Perikelen der biographie: Henri van Booven: Leven en Werken van Louis Couperus’. In: Verzameld werk 5. G.A. van Oorschot, Amsterdam, 1951, p. 64.

33 Ibid.

34 Ibid., p. 63.

35 Louis Couperus, De Correspondentie, deel 1: De Correspondentie (ed. H.T.M. van Vliet), Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2013, brief 1346, p. 918. 7  Omslag van Footsteps of Fate vertaald door Clara Bell, 1891.

36 Louis Couperus, Dear Sir: Brieven van het echtpaar Couperus aan Oscar Wilde (ed. Caspar Wintermans). Avalon Pers, Woubrugge, 2003. Louis Couperus, De Correspondentie, deel 1: De Correspondentie (ed. H.T.M. van Vliet), Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2013, brief 40, p. 58.

37 Louis Couperus, H.T.M. van Vliet (red.), Met Louis Couperus op tournee. Voordrachten uit eigen werk 1915-1923 in recensies, brieven en andere documenten. Achter het Boek 30. Letterkundig Museum, Den Haag/Bas Lubberhuizen, Amsterdam, 1998, p. 8. Zie tevens: Marco Goud, ‘‘Zoo vindt elk zijn gading’: P.C. Boutens, Robert Ross en Oscar Wilde’. In: De Parelduiker 1998:3, p. 61-70.

38 Jacqueline Bel, Nederlandse literatuur in het fin de siècle, Amsterdam, Amsterdam University Press, 1993, p. 87. De portefeuille, 1891, p. 933-934.

39 Jacqueline Bel, ‘Louis Couperus, the Dutch Oscar Wilde, on beauties and beasts.’ In: Beauty and the Beast. Christina Rossetti, Walter Pater, R.L. Stevenson and Their Contemporaries (DQR Studies in Literature 19), Leiden, Brill, 1996. p. 259-270, aldaar p. 262.

40 Jacqueline Bel, ‘‘Eigenlijk ben ik zoo weinig als ik me voordoe’: Louis Couperus, de dandy’, in: Sander Bax et al., Iconische schrijvers: Geschiedenis van het Nederlandse auteursportret. Zutphen: Walburg Pers, 2023, p. 150-161, aldaar p. 157-158. Louis Couperus, Noodlot, Volledige werken Louis Couperus, 4, p. 14.

41 Frédéric Bastet, Louis Couperus: Een biografie. Querido, Amsterdam, 1987, p. 155.

42 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 208. 

43 Ibid. Louis Couperus, De Correspondentie, deel 2: De Commentaar (ed. H.T.M. van Vliet), Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2013, brief 40, p. 22, noot 2.

44 Louis Couperus, ‘Legenden van de Blauwe Kust IV’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 154-159. Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968, p. 625.

45 Louis Couperus, ‘De verzoeking’. In: De zwaluwen neêr gestreken.... Volledige werken Louis Couperus, 31, p. 86-94. Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968, p. 625-626. Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 208.

46 Louis Couperus, Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan…, Volledige werken Louis Couperus, 25, p. 52.

47 Ibid., p. 135-137. Zie ook: Jacqueline Bel, Bloed en rozen: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945. Amsterdam: Prometheus, 2018, p. 119-121.

48 Oscar Wilde, ed. H. Montgomery Hyde, The Annotated Oscar Wilde. London: Book Club Associates, 1982, p. 149.

49 Louis Couperus, De boeken der kleine zielen III en IV. Volledige werken Louis Couperus, 20, p. 377.

50 Ibid., p. 118, 142.

51 Ibid., p. 139.

52 Louis Couperus, Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan…, Volledige werken Louis Couperus. Zie ook Jacqueline Bel, Bloed en rozen: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945. Amsterdam: Prometheus, 2018, p. 119-121.

53 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 916, noot 138 (in de bibliografie verkeerdelijk vermeld als ‘A.H.W. Blijenburg’.

54 Nieuwe Rotterdamsche Courant, 21 juli 1923, avondeditie.

55 Louis Couperus, ‘Dorian Gray’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 214.

56 Jaap Goedegebuure, Decadentie en literatuur. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1987, p. 116.

57 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 775.

58 Merlin Holland, The real trial of Oscar Wilde (Perennial Edition). New York: Fourth Estate/HarperCollins, 2004, p. 175.

59 Oscar Wilde, ed. Richard Allen Cave, The Importance of Being Earnest and Other Plays (Penguin Classics). London: Penguin Books, 2000, p. 142.

60 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 775.

61 Louis Couperus, ‘De Gioconda, futuristen en vreemdelingen’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 382-389, aldaar p. 386.

62 Johan Polak, Oscar Wilde in Nederland, Gerards & Schreurs, Maastricht, 1988, p. 15. Zie ook: José Buschman, Couperus in de oriënt. Amsterdam: Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2017, p. 157, noot 259 p.182.

63 Frédéric Bastet, Louis Couperus: Een biografie. Querido, Amsterdam, 1987, p. 583-584. P. Snijders, ‘De Legenden van de Roze Lust: Het Haagse Zedenschandaal van 1920’, in: Arabesken 11, 2003, p. 17-26.

64 José Buschman, Couperus in de oriënt. Amsterdam: Uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2017, p. 169-173

65 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 547-548.

66 F.E.A. Batten, ‘Over Louis Couperus’, In: De Nieuwe Gids, 56:3 (in de bibliografie van Van Gemeren (2016) verkeerdelijk vermeld als 56:1), p. 229-242. Het citaat is te vinden op p. 235.

67 F.E.A. Batten, ‘Over Louis Couperus’, In: De Nieuwe Gids, 56:, p. 242. 68 Jaap Goedegebuure, Decadentie en literatuur. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1987, p. 115.

69 Ibid., p. 116, 131.

70 Ibid., p. 117.

71 Ibid., p. 69.

72 Ibid., p. 91.

73 Ibid., p. 144.

74 Ibid., p. 102, 142.

75 Piet Kralt, ‘Louis Couperus en de decadente verfijning’, Arabesken 40, november 2012, p. 14.

76 Jacqueline Bel, Bloed en rozen: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945. Amsterdam: Prometheus, 2018, p. 178- 179..

77 Jaap Goedegebuure, Decadentie en literatuur. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1987, p. 12-36 geeft een goede inbedding van de term en het verwante estheticisme, symbolisme en sensitivisme en naastgelegen naturalisme.

78 Ibid., p. 18, 21-22. Mario Praz, Lust, dood en duivel in de literatuur van de Romantiek, bekend als: The Romantic Agony (vert. Anton Haakman), Amsterdam, Agon, 1992. Jacqueline Bel, Bloed en rozen: Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1900-1945. Amsterdam: Prometheus, 2018, p. 180.

79 Jacqueline Bel, ‘‘Eigenlijk ben ik zoo weinig als ik me voordoe’: Louis Couperus, de dandy’, in: Sander Bax et al., Iconische schrijvers: Geschiedenis van het Nederlandse auteursportret. Zutphen: Walburg Pers, 2023, p. 150-161, aldaar p. 152, 158. Een belangrijke toevoeging, de politieke dimensie, wordt behandeld door Geertjan de Vugt, zie noot 20.

80 Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968.

81 Ibid., p. 486-487. Louis Couperus, De Correspondentie, deel 1: De Correspondentie (ed. H.T.M. van Vliet), Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2013, brief 206, p. 163.

82 Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968, p. 488.

83 Ibid., p. 618. Lodewijk van Deyssel, Verzamelde Opstellen II, Amsterdam, Scheltema & Holkema, 1897, p. 345-346. Zie ook Jacqueline Bel, ‘‘Eigenlijk ben ik zoo weinig als ik me voordoe’: Louis Couperus, de dandy’, in: Sander Bax et al., Iconische schrijvers: Geschiedenis van het Nederlandse auteursportret. Zutphen: Walburg Pers, 2023, p. 150-161, aldaar p. 152.

84 Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968, p. 618-619, 621. Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 271.

85 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 271-274. Zie voor een uitgebreide bespreking ibid., p. 843-845, noten 7, 12 en 13.

86 Ibid. p. 274-275.

87 Luc Dirikx, Louis Couperus en het decadentisme: een thematologische confrontatie (diss.), Gent, KANTL, 1993, p. 105, 144-147, 162-163, 168-172.

88 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 275.

89 Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968, p. 622-623. Lodewijk van Deyssel, Verzamelde Opstellen II, Amsterdam, Scheltema & Holkema, 1897, p. 382.

90 Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968, p. 624 Zie ook Piet Kralt, ‘Louis Couperus en de decadente verfijning’, Arabesken 40, november 2012, p. 9. 

91 Karel Reijnders, Couperus bij Van Deyssel: een chronologische confrontatie in beschouwingen, brieven en notities. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1968, p. 624. De hier gebruikte spelling van Brummell is afkomstig van Baudelaire en duidt op een via het Franse overgedragen traditie van het dandyisme.

92 Ibid. Louis Couperus, ‘Mannelijk toilet’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 428-429.

93 Louis Couperus, ‘Legenden van de Blauwe Kust V’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 162.

94 Een aardig overzicht van Couperus’ kledingkeuze is te vinden bij Jacqueline Bel, ‘‘Eigenlijk ben ik zoo weinig als ik me voordoe’: Louis Couperus, de dandy’, in: Sander Bax et al., Iconische schrijvers: Geschiedenis van het Nederlandse auteursportret. Zutphen: Walburg Pers, 2023, p. 150-161, aldaar p. 152-157.

95 Louis Couperus, ‘Dorian Gray’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 213.

96 Herman Gorter, Een rood lied zingt er (red. Simon Mulder). Amsterdam, Uitgeverij HetMoet, 2021. Herman Gorter, Verzen: de editie van 1890 (red. Enno Endt). Amsterdam, Ambo/Athenaeum – Polak & Van Gennep, 1980, p. 219.

97 Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 271. Lodewijk van Deyssel, Verzamelde werken IV: Kritieken (3e druk), z.j., Amsterdam, Scheltema & Holkema, p. 330.

98 Mary Kemperink, ‘In the future, when I will be more of a celebrity’, in: Gaston Franssen en Rick Honings (eds.): Idolizing authorship: Literary celebrity and the construction of identity, 1800 to the present. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2017, p. 132-151, aldaar p. 137.

99 Michelle Mendelssohn, Making Oscar Wilde. Oxford: Oxford University Press, 2018. Het concept van self-fashioning is afkomstig uit Erwin Goffman, The presentation of Self in Everyday Life. Edinburgh: University of Edinburgh, 1956.

100 Nicholas Frankel, The invention of Oscar Wilde. London: Reaktion Books, 2021.

101 Mary Kemperink, ‘Kunstenaar, aristocraat en zakenman: Louis Couperus’ self-fashioning’. In: Spiegel der Letteren 55:3, 2013 p. 375-401; aldaar p. 376-381 vat kort de literatuur over de self-fashioning van de auteur samen.

102 Ibid., 381-384. Natuurlijk koketteren zowel Wilde als Couperus weleens met hun schijnbaar gebrek aan financiële ruimte, maar over het algemeen willen ze niet laten blijken dat ze deels ook broodschrijver zijn.

103 Simon Mulder, ‘'Wiens Wilde is het eigenlijk?’ In: Armada, tijdschrift voor Wereldliteratuur, https://armadawereldliteratuur.wordpress.com/2018/09/05/wiens-wilde-is-het-eigenlijk/, 5 september 2018.

104 Bas Heijne, Angst en schoonheid: Louis Couperus, de mystiek der zichtbare dingen. Amsterdam: Prometheus, 2022, p. 32-33. Rémon van Gemeren, Couperus: Een leven. Prometheus, Amsterdam, 2016, p. 19-20.

105 Oscar Wilde, ‘The Decay of Lying’, in Oscar Wilde, Intentions, New York:Brentano‘s, 1905, p. 85.

106 Michelle Mendelssohn, Making Oscar Wilde. Oxford: Oxford University Press, 2018, p. 160. Oscar Wilde, eds. Merlin Holland & Rupert Hart-Davis, The Complete Letters of Oscar Wilde. London:4th Estate Publishers, 2000, p. 586.

107 Michelle Mendelssohn, Making Oscar Wilde. Oxford: Oxford University Press, 2018, p. 120. Oscar Wilde, The Complete Works of Oscar Wilde, vol 4, Criticism: Historical Criticism, Intentions, The soul of man, ed. Josephine F. Guy, Oxford: The Oxford University Press, 2007, p. 80.

108 Nicholas Frankel, The invention of Oscar Wilde. London: Reaktion Books, 2021.

109 Piet Kralt, ‘Louis Couperus en de decadente verfijning’, Arabesken 40, november 2012, p. 4-5. Voor de bronskleurig aangeklede schooljongens, zie Frédéric Bastet, Louis Couperus: Een biografie. Querido, Amsterdam, 1987, p. 521, Mary Kemperink, ‘In the future, when I will be more of a celebrity’, in: Gaston Franssen en Rick Honings (eds.): Idolizing authorship: Literary celebrity and the construction of identity, 1800 to the present. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2017, p. 132-151, aldaar p. 138.

110 Louis Couperus, H.T.M. van Vliet (red.), Met Louis Couperus op tournee. Voordrachten uit eigen werk 1915-1923 in recensies, brieven en andere documenten. Achter het Boek 30. Letterkundig Museum, Den Haag/Bas Lubberhuizen, Amsterdam, 1998.

111 Zie voor een overzicht over Couperus: Een orchidee tussen de aardappels. Louis Couperus bespot in woord en beeld. Kalmthout: De Carbolineum Pers, 2019. Over drama rondom Wilde en de Aesthetic Movement, zie Devon Cox, (ed.), Aesthetic Movement Satire: A Dramatic Anthology. London: Bloomsbury Press, 2024.

112 Voor een overzicht, zie: R. Breugelmans, ‘De weerklank van Oscar Wilde in Nederland en Vlaanderen (1880-1960)’, in Studia Germanica Gandensia 3 (1961) p. 53-144; Nop Maas, Een pseudo-esthetische zeepbel. Nederlandse reacties op Oscar Wilde, I: 1890-1897. Nijmegen, Vriendenlust, 1987; en Nop Maas, Nagloeiend vuurwerk. Nederlandse reacties op Oscar Wilde II:1899- 1913. Nijmegen, Vriendenlust, 1987. Pieter-Jan Sterenborg, The Reception of Oscar Wilde in the Netherlands, 1882-1905 (BA-scriptie, Universiteit Utrecht), 2016.

113 Mary Kemperink, ‘In the future, when I will be more of a celebrity’, in: Gaston Franssen en Rick Honings (eds.): Idolizing authorship: Literary celebrity and the construction of identity, 1800 to the present. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2017, p. 132-151, aldaar p. 135-136. Robert van Krieken, Celebrity Society. London/New York: Routledge, 2012, p. 15-17, 43.

114 Anna Moloney, ‘Why is Oscar Wilde having a revival? He’s the ultimate Gen Z icon’ In: City AM, 2024, https://www.cityam.com/why-is-oscar-wilde-having-a-revival-hes-the-ultimate-gen-z-icon/ (geraadpleegd 17-11-2024).

115 Silvia Pingitore, ‘Interview with Oscar Wilde’s grandson Merlin Holland’, In: The Shortlisted, 2023, https://the- shortlisted.co.uk/oscar-wilde-grandson-interview-merlin-holland/ (geraadpleegd 20-11-2024).

116 De door hem bewonderde Sarah Bernhardt komt deze titel ook toe, zie bijv. Philipp Blom, De duizelingwekkende jaren: Europa 1900-1914. Amsterdam: De Bezige Bij, 2014, p. 398-401.

117 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 486- 539, aldaar p. 486. Mary Kemperink, ‘In the future, when I will be more of a celebrity’, in: Gaston Franssen en Rick Honings (eds.): Idolizing authorship: Literary celebrity and the construction of identity, 1800 to the present. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2017, p. 132-151, aldaar p. 138. Sander Bax, Schrijversmythen: Literatuur en schrijverschap tussen 1880 en 2020. Amsterdam: Prometheus, 2024, p. 36.

118 Louis Couperus, ‘Met Louis Couperus in London Season’. In: Ongebundeld werk. Volledige werken Louis Couperus, 49, p. 486- 539, aldaar p. 486.

119 Louis Couperus, ‘Over de ijdelheden des lichaams en deszelfs vertuitingen’. In: Van en over mijzelf en anderen. Volledige werken Louis Couperus, 27, p. 121-128. Zie ook Jacqueline Bel, ‘‘Eigenlijk ben ik zoo weinig als ik me voordoe’: Louis Couperus, de dandy’, in: Sander Bax et al., Iconische schrijvers: Geschiedenis van het Nederlandse auteursportret. Zutphen: Walburg Pers, 2023, p. 150-161, aldaar p. 156.

120 Jacques Perk heeft op de vakantie in de Ardennen waarop hij zijn muze Mathilde ontmoette, ook Oscar Wilde ontmoet, een bijzondere verschijning in een wit pak; zie Garmt Stuiveling, Het korte leven van Jacques Perk. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1957, p. 98-99. Wilde-biograaf Matthew Sturgis (Oscar: a Life. 2018. London: Head of Zeus, p.150, 760) noemt hem echter consequent ‘Jacques Peck’.

121 Jacqueline Bel, ‘‘Eigenlijk ben ik zoo weinig als ik me voordoe’: Louis Couperus, de dandy’, in: Sander Bax et al., Iconische schrijvers: Geschiedenis van het Nederlandse auteursportret. Zutphen: Walburg Pers, 2023, p. 150-161, aldaar p. 152-155.

122 Mary Kemperink, ‘In the future, when I will be more of a celebrity’, in: Gaston Franssen en Rick Honings (eds.): Idolizing authorship: Literary celebrity and the construction of identity, 1800 to the present. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2017, p. 132-151, aldaar p. 134.

123 Douglas Murray, Bosie: the man, the poet, the lover of Oscar Wilde. New York, Hyperion, 2000. Caspar Wintermans, Alfred Douglas: A Poet’s Life and His Finest Work. London/Chester Springs, Peter Owen, 2007. Brocard Sewell, In The Dorian Mode: A Life of John Gray, 1866 – 1934. Padstow, Tabb House, 1983. Jerusha Hull McCormack, John Gray: Poet, Dandy, and Priest. Hanover NH, University Press of New England, 1991. Jerusha Hull McCormack, The Man Who Was Dorian Gray. London, Palgrave, 2000. Zie ook Joseph Bristow, Oscar Wilde on trial. New Haven/London: Yale University Press, 2022, p. 69-70.