Skip to main content
Recensies

Recensie Eline Vere- Anoniem

Eline Vere. Een Haagsche roman door LOUIS COUPERUS. 3 deelen. Amsterdam, P. N. van Kampen & Zoon. 1889.
(Uit: De Gids 53 (1889), II, p.197.)

    Wat is een 'Haagsche roman'? Is dat een roman, die in den Haag speelt? Op deze wijs zal men weldra ook van een Rotterdamschen, van een Hilversumschen roman spreken. Of heeft de heer Couperus zich laten verlokken door het voorbeeld van Daudet met zijn 'romans parisiens', en in Eline Vere toestanden en personen willen schilderen, welke men enkele in de residentie aantreft? Indien dit het geval is, dan merken wij op dat, naar ons oordeel. het Haagsche -, de Haagsche diners en soirées, de Fransche opera, de muziek in het Kurhaus te Scheveningen - juist het minst sprekende en treffende is in dezen roman, die ons eerst begint te interesseeren, waar de auteur algemeen menschelijke toestanden schildert en hartstochten, zooals men ze in onze beschaafde en overbeschaafde wereld vindt. Het is jammer dat de heer Couperus zich hiertoe niet bepaalde. Het drama, dat Eline Vere tot heldin heeft, is wel niet zeer oorspronkelijk, maar met groot talent behandeld. Dit slachtoffer van onze nerveuse eeuw, met haar behoefte aan liefde in allerlei vormen, in den grond een goed schepseltje, maar door een leven in weelde doorgebracht verwend en verweekt, willoos en overspannen geworden; deze vereeniging van gekunsteldheid en oprechtheid, aan wie wij, al is zij zelve de hoofdoorzaak van al het leed dat haar treft, onze sympathie niet kunnen onthouden, is door den heer Couperus met zin voor karakteristiek, voor zielkundige analyse, met kleur en hartstocht geteekend. Maar waarom dezen roman uitgedijd tot drie deelen, waarin ons geduld dikwijls op een zware proef wordt gesteld? Waarom de lezers, die in de heldin belang zijn gaan stellen, zoo onmeedoogend geplaagd door haar tragedie te verdrinken in de geschiedenis van een bonte groep Haagsche mannetjes en vrouwtjes met kleine amusementjes, kleine hartstochtjes, wier bestaan ons volkomen onverschillig laat, al moet men ook vaak hulde brengen aan de wijze van voorstellen en aan den dialoog? Al deze 'mouvement sur place', deze versnippering, dit gemis aan concentratie - wellicht voor een deel het gevolg daarvan, dat de roman het eerst als feuilleton in een dagblad verscheen - doet aan het werk van den jongen auteur wezenlijk schade.