Skip to main content
Arabesken

Arabesken 26 november 2005

Men zegt wel eens met weinig gevoel voor understatement dat het Nederlands voetbalelftal zestien miljoen bondscoaches telt. Iedereen die wel eens met meer dan onontkoombare interesse naar het spelletje kijkt, bemoeit zich enthousiast met de opstelling en de te volgen speelwijze. Dat zal des te meer gelden voor het komende WK in 2006, als ‘we’ het toernooi ook nog eens moeten zien te winnen op het ‘vijandelijke’ terrein van onze oosterburen.

Iets soortgelijks is aan de hand, weliswaar kwantitatief in iets bescheidenere vorm, als er een nieuwe Couperus-verfilming in het vooruitzicht wordt gesteld. Staat dan niet onmiddellijk iedere Couperiaan (en zeker de harde kern van de supporterschare van bijna 600 zielen – het huidige aantal donateurs van ons Genootschap!) langs de zijlijn te trappelen om de regisseur allerlei adviezen te verschaffen? En dan natuurlijk vooral over hoe het beslist niet moet. Uiteráárd zijn we verheugd dat er weer eens een Couperus wordt verfilmd, maar vrees overheerst, ingegeven door hele en halve mislukkingen uit het verleden.
Helaas wilde Orlow Seunke, die zich volgend jaar zal wagen aan een verfilming van De stille kracht, nog niets kwijt over zijn opstelling en tactiek; zolang de financiering nog niet rond is, hult hij zich in stilzwijgen. Maar dat geeft ons de kans om intussen één stem uit het koor der bemoeizuchtigen te laten opklinken: redacteur Wouter de Koning schreef voor dit nummer een open brief aan de regisseur en voorziet hem ongevraagd doch welgemeend van een aantal gratis suggesties.
Een roman die om voor de hand liggende redenen wel nooit verfilmd zal worden, maar onverminderd in onze aandacht staat, is De berg van licht. Maar liefst drie bijdragen in dit nummer hebben de roman over Heliogabalus als onderwerp. Jan Bennink schreef voor ons een verslag over een symposium dat afgelopen zomer in Cambridge over de Romeinse keizer werd gehouden. Eén van de sprekers op het congres, Caroline de Westenholz, wakkert in deze aflevering voor de derde maal de Vlam van de Lust aan, terwijl auteur en Groene-critica Marja Pruis haar favoriete fragment uit de roman toelicht.
Dezelfde Marja Pruis bombardeerde Arthur Japin in een recensie van zijn roman Een schitterend gebrek tot de reïncarnatie van Louis Couperus. Of Japin zich deze kwalificatie laat aanleunen, kunt u lezen in het vraaggesprek dat Erik Schoonhoven met hem voerde. Via Couperus kwamen zij vanzelf te spreken over onder meer de historische roman, theater en ijdelheid.
Uiteraard staan we ook nog even stil bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs aan onze erevoorzitter Frédéric Bastet. Maar zet nu eerst de ketel op het vuur, schenk uzelf een kopje in en schuif aan voor het openingsartikel van voormalig Nieuwsbulletinredacteur Petra Teunissen-Nijsse over Couperus als onvervalste theeleut.