Skip to main content
Arabesken

Arabesken 27 mei 2006

Natuurlijk besteden we in deze aflevering de nodige aandacht aan het jarige Louis Couperus Museum. In juni is het precies tien jaar geleden dat het zijn deuren opende.

Als men bedenkt dat een museum, gewijd aan één auteur, per definitie een klein publiek bedient – een salesmanager zou spreken van een niche-markt – is het des te bewonderenswaardiger dat voorzitter Caroline de Westenholz, conservator Eugenie Boer en hun vrijwilligers er in zijn geslaagd om in de afgelopen jaren zulke memorabele tentoonstellingen te organiseren. En er is nog inspiratie genoeg, zo lezen wij in het artikel dat Menno Voskuil ter gelegenheid van het jarige Couperus Museum schreef.
Op onze jaarlijkse Genootschapsdag, zondag 2 april in de Waalse kerk in Den Haag, gaf Jacqueline Bel een lezing over de invloed van Maurice Maeterlinck op het werk van Couperus. De tekst is in dit nummer van Arabesken, in licht bewerkte vorm, nog eens na te lezen.
Voordat Bel het woord nam, presenteerde onze voorzitter Hans Kreuzen een boekje van Menno Voskuil met een drietal tot nu toe onbekende briefkaarten van Couperus aan zijn lijfarts. Hoe klein deze vondst op zichzelf mag zijn, het bewijst eens te meer dat er nog steeds onbekend materiaal van en over de auteur opduikt. Zo was Sander Bink op het spoor gekomen van een aantal onbekende brieven van Couperus aan zijn vriend Maurits Wagenvoort. Helaas zijn de brieven vooralsnog niet boven water gekomen, maar Bink demonstreert met zijn bijdrage dat ook een mislukte speurtocht boeiende lectuur kan opleveren.
Antoine Bodar, de mediagenieke priester die ook de paganistische kant van Couperus wel weet te waarderen, liep dit jaar in Rome niet alleen Jan Mulder en een blauwe leeuw, maar ook Erik Schoonhoven tegen het lijf. Onze redacteur sprak met hem over Couperus, Italië en de kunst van het converseren.
Verder daagt Han Peek taalkundigen uit om onderzoek te verrichten naar de grammaticale systematiek achter Couperus’ woordkunst, terwijl hijzelf het nodige voorwerk presenteert, roept Jeroen ter Schure op tot plaatsing van een Couperusmonument in De Steeg, en ontsteekt Caroline de Westenholz voor de vierde keer ‘De Vlam van de Lust’.