Skip to main content
Arabesken

Arabesken 35 mei 2010

In dit nummer zetten wij onze serie rond Eline Vere en haar ‘contemporaine zusters’ voort. Redacteur Rémon van Gemeren werpt licht op de verschillen en overeenkomsten tussen de ongelukkige Haagse freule en haar Pruisische evenknie Effi Briest, door Theodor Fontane tot één van de bekendste, noodlottigste personages van het Duitse naturalisme gemaakt.

Van heel andere aard is de studie die Maarten Klein verrichtte over Couperus en… Einstein! Uit Couperus’ ‘Intieme Impressie IV’ blijkt dat de auteur aan het eind van zijn leven een vertoning bijwoonde van een film over de toen amper tien jaar oude relativiteitstheorie. Dit bracht hem tot sombere overpeinzingen over illusies, onhoudbaar geluk en ‘een theozofisch gevoel’. Het is dus niet toevallig dat theosofie, gnosis en kabbala een belangrijke rol spelen als achtergronden van Couperus’ romans. Dit wordt door Caroline de Westenholz dan ook overtuigend aangetoond in haar studie naar de bronnen van De berg van licht en Imperia, waarmee ‘de Vlam van de Lust’, na enige tijd op de waakstand te hebben gestaan, weer stevig wordt aangewakkerd.
Verder nog in deze Arabesken: Couperus versus Multatuli, Eline Vere gelezen door Amerikaanse studenten, een vraaggesprek met schrijver en filosoof Marjolijn Februari, en het favoriete fragment van dichter en romancier Theo van Os.