Skip to main content
Arabesken

Arabesken 44 november 2014

Het nieuwste nummer van Arabesken, het tijdschrift van het Louis Couperus Genootschap, heeft als motto ‘De archieven in’ meegekregen.

Zeg archieven en Couperus, en je komt al snel uit bij de onvermoeibare Couperus-vorser H.T.M. van Vliet, die in 2013 alle tot dan bekende en opgesnorde correspondentie van en aan Couperus in een prachtige uitgave bijeenbracht. Zo’n uitgave is per definitie onvolledig en voorlopig, want de inkt is nog niet droog of er duiken weer brieven op die geen onderzoeker ooit eerder onder ogen kreeg. Van Vliet vond er inderdaad nog acht, en presenteert ze nu exclusief, met uitgebreid commentaar, aan de Arabesken-lezer.
De redactie nam de kans te baat om Van Vliet meteen maar eens aan de tand te voelen over onder meer het belang van de editiewetenschap voor het literatuuronderzoek, een discipline waaraan Van Vliet zelf een grote bijdrage heeft geleverd, met – onder veel meer – de bezorging van de Volledige Werken Louis Couperus. Zijn laatste proeve op dit gebied, de genoemde uitgave van Couperus’ correspondentie, wordt in deze aflevering van Arabesken uitgebreid besproken.
Ook scheidend redacteur Menno Voskuil dook de archieven in; die van Albert Verwey welteverstaan, en kwam tot een fraai overzicht van Verweys kritische bemoeienis met Couperus’ werk.
Meer kritiek in het zesde deel van de serie ‘Couperus en de contemporaine kritiek’, waarin deze keer de receptie van Majesteit centraal staat, destijds een van Couperus’ meest geliefde romans.
Verder schreef René Nijhof de niet zo vrolijke geschiedenis van ’t Sunneke, de laatste woonhuis van Couperus in De Steeg, gemeente Rheden, en is er aandacht voor de bijzondere heruitgave in één band van de sprookjes Psyche en Fidessa, met daarin deze keer alle beschikbare, grotendeels niet eerder gepubliceerde tekeningen van Bernard Reith.