Het 45ste nummer van Arabesken, dat als motto ‘Vertaal, hertaal, bewerk en bewonder’ heeft meegekregen, opent met een reportage van Rémon van Gemeren, waarin hij verslag doet van zijn reis naar Sint Petersburg.
Hij gaf daar enkele colleges over Louis Couperus aan Russische studenten Nederlands, en voerde een gesprek met Irina Michajlova, die onlangs De stille kracht in het Russisch vertaalde.
Ook was het hoogste tijd voor een vraaggesprek met Bart Chabot, immers een van de grootste Couperusfans in Nederland. Citaat: ‘[Couperus] was […] een meester in het tijdrekken. Er zijn schrijvers die de kunst van het weglaten beheersen, maar Couperus maakte meters. Dat deed hij natuurlijk ook om praktische redenen, maar hij slaagde er juist daardoor in om naturel te blijven, vooral in zijn dialogen. Die doen nog steeds fris en dynamisch aan, vanwege al die uitroepen, tussenwerpingen en uitweidingen. Dat is spannend om te lezen.’ Het vraaggesprek wordt afgesloten met een naschrift van het vertalersduo Robbert-Jan Henkes en Erik Bindervoet; zij reageren op verrassende wijze op de oproep van Chabot om Couperus te hertalen om zo weer jonge lezers voor zijn werk te interesseren.
Verder in deze Arabesken: maar liefst twee afleveringen van de rubriek ‘Couperus & de contemporaine kritiek’, die beide zijn gewijd aan de poëzie van Couperus, een bijdrage over kunstenaar Bart Domburg, die een fragment uit De stille kracht gebruikte om een nieuw, beeldend kunstwerk te maken, een artikel over de ontstaansgeschiedenis van het verhaal ‘Elyata, een Sproke van Historie’, en natuurlijk de gebruikelijke, vaste rubrieken met fait divers over Couperus, het genootschap en het museum.