Skip to main content
Thema's

Journaal van de broer van Louis Couperus; bijvangst

Een beeldverhaal van de broer van Louis Couperus (1872).
Door Coen van 't Veer

(Uit: Arabesken 55 (p.22-p.23 )

Wat wij weten over de eerste reis van Louis Couperus is vooral afkomstig van zijn dan vijftien jaar oude broer François Emile (1857-1910). Frans hield tijdens de reis een journaal van de overtocht naar Indië bij. Dat reisverslag is bewaard gebleven en ligt als onderdeel van het familiearchief in het Nationaal Archief in Den Haag (1). In een aantal gestolen uren heb ik het overgetypt. Daarbij deed ik een bijzondere ontdekking.

Voor de leden van de familie Couperus was het gebruikelijk om van tijd tot tijd de zeereis tussen Nederland en Nederlands-Indië te maken. Over zijn eerste reis naar Indië in 1872 schreef Louis Couperus in De vonk uit 1910: ‘Toen je naar Indië ging, op een ontzettend groote stoomboot, glimpte er de vonk, want dat was zoiets verrukkelijks, als je het nauwelijks hadt kunnen verbeelden(2). Helaas heeft de grote schrijver het daar zo’n beetje bij gelaten. Ook in Oostwaarts tekent hij geen reisindrukken uit 1872 op.

In zijn Journaal dat loopt van 6 november 1872 tot en met 31 december van dat jaar, schetst Frans in een keurig handschrift op vrij zakelijke wijze het verloop van de reis.

Nauwgezet noteert de latere jurist elke dag het middagbestek, de afstand die het schip heeft afgelegd en zijn geografische observaties. Slechts zelden schrijft Frans in zijn journaal iets over een van zijn medereizigers, terwijl aan boord 69 passagiers – onder wie zich 23 kinderen, 5 baboes en een kinderjuffrouw bevonden – en 50 koloniale soldaten meevoeren.(3) Zijn vader brengt Frans een enkele keer ter sprake, maar verder vertelt hij nauwelijks iets over zijn familie tijdens de reis. Over zijn jongere broer Louis rept hij met geen woord.

Frans zou maar een klein jaar in Indië blijven. In 1873 werd hij met de Koning der Nederlanden naar Nederland gezonden om het gymnasium af te ronden en rechten te studeren.(4) Van deze terugreis noteerde hij op twee lossen vellen nauwgezet de middagbestekken. En verder helaas niets.

Noten

3. Algemeen Handelsblad, 6 november 1872.
4.
Frédéric Bastet, Louis Couperus. Een biografie. Amsterdam 1989, p. 83.

Nu ja, niets… De achterzijde van het ingelegde vel bood een verrassing. Daarop staat namelijk een in potlood getekend beeldverhaal. Het is stripje is even primitief als dramatisch

De eerste sequentie van het beeldverhaal telt vier afbeeldingen. Het eerste plaatje toont een man die op zijn knieën een boeket overhandigt aan zijn geliefde. Er lijkt hier sprake te zijn van een aanzoek. De tweede afbeelding toont een hoogoplopend geschil tussen twee heren met kennelijk de voornoemde dame als inzet. Deze ruzie loopt op de derde tekening uit op een dodelijk duel waarin de amant van de geliefde sterft. Op het vierde plaatsje treurt de troosteloze minnares geknield bij een graftombe waarop R.I.P. (Requiescat in pace, rust in vrede) te lezen staat. Dan volgt een grotere afbeelding waarop de vrouw, tot wanhoop gedreven, in het water springt.

 

Eerste vijf tekeningen
Zinkende vrouw

Pas veel later zag ik dat het vel nog een afbeelding bevatte. De potloodlijnen van die tekening zijn vrijwel uitgevaagd. Bij kunstlicht zijn zij nauwelijks te onderscheiden. Wie goed kijkt, ziet echter dat de vrouw naar de bodem zinkt waarbij haar door het water opgetilde jurk zich als een hart om haar lichaam sluit.

Wie heeft deze tekeningen gemaakt? Was het Frans Couperus? Dat is niet onwaarschijnlijk. Ten eerste prijkt het beeldverhaal op de achterkant van zijn reisaantekeningen. Er is nog een aanwijzing. Frans had een vaste hand van schrijven: zijn handschrift is zeer regelmatig. In het Journaal plaatst hij een technische tekening van een boot die hij in Point de Galles ziet. Deze schets is nogal houterig en geeft niet veel aanleiding om te denken dat Frans Couperus overliep van het tekentalent.

Dan rest nog de vraag voor wie dit romantische beeldverhaal is gemaakt. Het is verleidelijk te denken dat de zestienjarige Frans het stripje heeft gemaakt voor zijn jongere broer Louis, die waarschijnlijk al jong van een groot talent voor romantiek en dramatiek blijk gaf. Bekend is wel dat Louis in zijn vroege jeugd een zekere fascinatie voor verdrinkingen had(5). Zijn grote fantasie en zijn angsten zullen hem zeker tot een dankbaar publiek voor het beeldverhaal van Frans hebben gemaakt.(6)

 

noten
1. F.E. Couperus. Journaal van de zeereis gedaan per Suez-Boot “Prins Hendrik” van de Stoomvaart Maatschappij “Nederland”. Nationaal Archief, Familiearchief Couperus, Inventaris nr. II i 82.
2. Louis Couperus.
De Vonk. Spijkenisse 1979, p. 6.

3. Algemeen Handelsblad, 6 november 1872.
4. Frédéric Bastet, Louis Couperus. Een biografie. Amsterdam 1989, p. 83.
5. Frédéric Bastet, Louis Couperus. Een biografie. Amsterdam 1989, p. 58, 60, 64.
6.
Rémon van Gemeren, Couperus. Een leven. Amsterdam 2016, p.39 en 42.