Skip to main content
Thema's

Psyche in het park

Dat Theo van der Nahmer het beeld Eline Vere aan de Groot Hertoginnelaan in Den Haag ontwierp, is breed bekend. Maar hij vereeuwigde ook Psyche uit het gelijknamige sprookje van Louis Couperus in gips en brons. Al meer dan vijftig jaar staat Psyche in twee Zuid-Hollandse parken. Ik ging op zoek naar dit relatief onbekende werk en ontdekte de derde Psyche in een Noord-Hollandse tuin.

Door Petra Teunissen-Nijsse

Theo van der Nahmer (Stratum, Eindhoven 1917-Den Haag 1989) was beeldhouwer en tekenaar. In het boekje ‘Begeleid door de muze’ vertelt zijn vrouw, de fotografe Marianne Dommisse[1], dat Theo aanvankelijk piloot wilde worden omdat hij de jongste zweefvlieger van Nederland was. Piloot werd Theo nooit, maar hij belandde in 1938 op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en studeerde onder meer bij Bon Ingen Housz. De hofstad verliet hij nooit meer. Na de oorlog had Van der Nahmer kleine opdrachtjes, tot hij in 1948 eindelijk een échte opdracht kreeg van de Gemeente Den Haag: een monument ter ere van Louis Couperus. Marianne schrijft:

Theo begon meteen alle boeken van de schrijver te lezen. Het werd Eline Vere. Na een moeizaam verloop: vele ideeën, ontwerpen en geharrewar – om de queue – koos de Gemeente Den Haag uit twee levensgrote modellen tot Theo’s spijt ten slotte het minst goede…[2]

Inmiddels staat de bronzen Eline, zonder wulpse queue, al vele jaren aan de Groot Hertoginnelaan, nadat ze eerst in de tuin van het Gemeentemuseum heeft gestaan. [3] In Verzorgingshuis De Eshoeve aan de Doorniksestraat in Scheveningen staat een groot gipsmodel.

Psyche in gips

Toen Theo van der Nahmer Eline Vere ontwierp, was het aanvankelijk de bedoeling dat er meer romanfiguren zouden volgen. Zo begon hij aan Psyche, het naakte personage uit Couperus’ ‘symbolieke sprookje’ uit 1887. Theo’s schoonzuster Inger van Lamoen-Dommisse schreef mij: “Theo maakte zijn beelden in die tijd van klei. Eerst timmerde hij een geraamte van hout voor de basisvorm, dan werkte hij in klei. Hij maakte altijd zelf het gipsafgietsel, daarna ging dit naar de bronsgieter.” Van der Nahmers Psyche is klein. Het frêle lichaam drukt uit hoe prachtig ze was. De bevallige, expressieve pose van de armen om het hoofd toont echter haar zwakke aard. Zo heeft Van der Nahmer Psyches persoonlijkheid in een verfijnde en precieze beeldtaal van alle kanten belicht.[4]

Psyche in gips op het atelier van Theo van der Nahmer. Krantenknipsel via Inger van Lamoen-Dommisse.
Psyche in gips op het atelier van Theo van der Nahmer. Krantenknipsel via Inger van Lamoen-Dommisse.

Bijzonder is dat de beeldhouwer Psyche zonder vleugeltjes heeft uitgevoerd. Daardoor vertoont zij niet alleen enige verwantschap met Eline, maar vooral ook met de gipsen ‘Hebe’ uit 1948. In de jaren vijftig werd Van der Nahmers behoefte aan detaillering steeds sterker. Met steen en klei kon hij niet langer uit de voeten. De oplossing vond Van der Nahmer in de verloren wasmethode. Door een beeld op te zetten in boetseerwas en vervolgens af te gieten in brons, kon hij alles maken wat hij wilde. Zijn latere werk heeft vaak ‘kantige contouren’, die bij Psyche juist helemaal ontbreken.

De Cirkel

Het eerste bronzen afgietsel van Psyche is terecht gekomen bij het van oorsprong Amsterdamse bedrijf De Cirkel. De oprichter van De Cirkel, meubelontwerper Jan Schrofer, was een interessante kunstenaar en ondernemer.[5] Hij was opgeleid als machine-bankwerker en werkte onder andere als verwarmingsmonteur. Aanvankelijk als hobby ontwierp hij stalen meubelen met de buizen van de cv-installaties, onder andere geïnspireerd door het Bauhuis. Bij familie en kennissen waren zijn ‘buismeubeltjes’ zeer in trek. Hij was sociaal bewogen en actief lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (A.J.C.). Met zijn broer Willem Schrofer, Henk Kunst en Sjoerd Schwitters richtte Jan Schrofer in 1932 de Belangengroep Vier (BG4) op, die zich ‘op vormgevend gebied’ bezighield met bouwtechniek, propaganda en reclame, foto en film. In 1934 werd deze groep opgeheven. Door een samenwerking met kantoormeubelfabrikant Ahrend kon Jan Schrofer zijn meubelbedrijf voortzetten onder de naam NV De Cirkel. Hij bedacht zelf de naam, die ‘de stalenbuis, de bochten en de doorsnedes’ vertegenwoordigde. Eén van zijn bekendste ontwerpen is de Zitnorm A Stoel. De Cirkel kreeg na de bevrijding vrijwel de vorm van een werkgemeenschap met goede sociale voorzieningen. Schrofer wilde de idealen van Industriële vormgeving verder uitdragen, met name op het gebied van kantoorinrichting. In 1951 opende hij een nieuwe fabriek in Zwanenburg.

Passend bij het socialistische cultuurideaal kreeg de fabriek een kunstvoorwerp bij de hoofdingang: Psyche van Theo van der Nahmer. Op de sokkel staat ‘Aangeboden bij de vestiging van het gehele bedrijf in 1951 te Zwanenburg’. Rondom de sokkel is een stalen krans bevestigd met de tekst: ‘van allen die hun werkkring vonden bij de cirkel’. Jan Schrofer stierf in 1979 en in 2020 is het Cirkel-gebouw gesloopt. Ruim voor de sloop van de fabriek is het beeld overgedragen aan de zoon van Jan Schrofer, Janwillem Schrofer, voormalig hoogleraar-directeur van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Het was een ingrijpende operatie om het zware beeld naar zijn achtertuin in Heemstede te verplaatsten, vertelde Schrofer mij. Het is (nog) niet bekend hoe het contact tussen Theo van der Nahmer en Jan Schrofer tot stand is gekomen, maar wellicht liep dat via Jans broer Willem Schrofer. Willem was namelijk lid van de kunstenaarsgroep Verve (1951-1957) van Pulchri Studio-leden waarvan ook Theo van der Nahmer lid was. Jan was zeer geïnteresseerd in kunst en verzamelde beeldhouwwerk van eigentijdse kunstenaars. Of hij een speciale belangstelling voor Louis Couperus had, is niet bekend.

Psyche van Theo van der Nahmer. Foto collectie Inger van Lamoen-Dommisse.
Psyche in Leiden. Foto Petra Teunissen.

Leiden

In 1956 werd een tweede bronzen afgietsel van Psyche geplaatst in Leiden, in een park aan de Zeemanlaan. Psyche 2 staat daar prachtig, met haar rug naar een serie woningen. In de open ruimte lijkt het nimfachtige wezentje extra kwetsbaar:

“… ze rees niet boven den grond: haar fijne figuurtje verluchtigde niet, haar naakte voetje bleef vast aan den grond…”. [6]

Op de witte sokkel kon ik helaas geen bordje vinden waarop haar naam of die van Theo van der Nahmer staat.


 

Psyche was, in 1955, de eerste aankoop van de ‘Commissie Kunstopdrachten’ van de gemeente Leiden. Deze commissie maakte deel uit van de Commissie van Advies in Culturele Zaken die het college van B&W desgevraagd over culturele zaken moest adviseren. Om tot een advies te komen bezocht de commissie, waarin onder meer de directeur van de Lakenhal zitting had, de jaarlijkse openluchttentoonstelling van beeldhouwkunst op de Burcht en koos daar vier kunstwerken uit, waaronder Van der Nahmers Psyche. De drie andere beeldhouwwerken vielen af, maar Psyche werd ‘zeer geschikt’ gevonden wegens ‘de sfeer die het opriep en de gave uitvoering’.  Dat Psyche 1 al in Zwanenburg stond was geen obstakel voor de aankoop, want een fabrieksgebouw was geen openbare verzamelaar. Het ‘fragiele symbool van een vlinderachtige liefde voor Eros’ vroeg volgens de betrokkenen om een rustige standplaats. De keuze viel op het plantsoen aan de Zeemanstraat, waar Psyche in 1956 werd geplaatst. Al in 1958 werd Psyche enkele meters verplaatst want, zo stelde de commissie, ‘ze maakte toch een wat ijle indruk’.[7]

Voorburg

Van der Nahmer was eveneens lid van de Voorburgse kunstenaarsgroep De Nieuwe Ploeg. Wellicht dat Psyche, naast andere beelden van Van der Nahmer, daarom terecht kwam in Voorburg. Want in 1964 werd het derde afgietsel geplaatst op de kruising van de Aart van der Leeuwkade met de Louis Couperusstraat. Gelukkig staat bij dit beeldje wél de naam van de ontwerper op de sokkel. Om dat te kunnen lezen, moet je door prikkelig groen durven waden. Psyche heeft daar weliswaar een fraaie plek, maar is nauwelijks van dichtbij te bewonderen. Een Voorburgse journaliste beschreef dit afgietsel zo:

Zoals het hoort in de kunst zit er gelaagdheid in. Ze is naakt, dat staat voor haar onschuld.

Psyche in Voorburg. Foto Petra Teunissen

Met één voet staat ze stevig op de grond, haar andere voet tilt ze lichtje op. Ze richt haar armen omhoog, wat haar verlangen naar het hemelse vliegen verbeeldt, maar tegelijkertijd vouwt ze haar onderarmen over haar ronde hoofdje heen. Het hoofdje dat ze naar de aarde richt, ze heeft haar ogen gesloten. Is het niet een teken dat al het hemelse zich van binnen afspeelt en dat ze dat wil beschermen? [8]

Detail opname van de bijzondere krans van Psyche 1. Foto Petra Teunissen.

Een krans voor Psyche?

Nadat ik Psyche 2 en 3 in de Zuid-Hollandse parken had bewonderd, was ik zeer verrast toen ik Psyche 1 zag. Het afgietsel in Heemstede heeft namelijk iets extra’s: een soort krans. Min of meer uit de rug van het figuurtje ‘groeit’ een tak met bladeren. Het is onduidelijk wanneer en waarom Theo van der Nahmer deze krans heeft toegevoegd. Uit de atelierfoto’s blijkt dat de gipsen Psyche geen krans had. In de tekst van het sprookje zijn niet veel aanknopingspunten voor een hoofdtooi of accessoire te vinden. Alleen tijdens de ‘Triomftocht van de Vorstin!’ draagt Psyche een krans van rozen, haar aangereikt door een koopvrouw: ‘Ik geef je er nog een krans bij van versche rozen! riep de koopvrouw blij en drukte Psyche den tuil op het hoofd.’[9] Was de cirkelvormige toevoeging geïnspireerd op de naam van het bedrijf dat het eerste afgietsel aankocht?

Al met al blijven er nog veel vragen over dit kunstwerk over. De grootste vraag is eigenlijk waarom deze verbeeldingen van Couperus’ personage zo onbekend zijn gebleven, ook onder Couperus-liefhebbers. Het ontwerp staat zelfs niet in het overzicht van Van der Nahmers werken in zijn lemma op Wikipedia. Na verschijning van dit nummer van Arabesken ga ik daar alvast verandering in brengen.

Met veel dank aan Inger van Lamoen-Dommisse, Janwillem Schrofer, Piet van Schijndel, Pieter Verhaar en R.H.M. de Jonge.

 

Noten

[1] Marianne Dommisse (1927-2014) fotografeerde in 1995 in opdracht van het Louis Couperusmuseum in oprichting de omslagen van eerste drukken van boeken van Louis Couperus.

[2] Marianne Dommisse, Theo van der Nahmer. Begeleid door de Muze. Voorburg, 2002. Stichting Haagse Beeldende Kunst en Kunstnijverheid. Deel 6 uit de serie Haags Palet. Zie ook C.J. Kuik, Helden op sokkels: Literaire standbeelden in Nederland. Baarn, 1980, nr. 153.

[3] Het beeld heeft geen signering of begeleidende tekst. Het Letterkundig Museum bezit een kleinere replica.

[4] Omschrijving van de website van het Lucas Van Leyden Fonds, www.lucasvanleydenfonds.nl.

[5] Zijn naam is lang als Schröfer gespeld. Over De Cirkel n.v. verscheen in 1982 de afstudeerscriptie De vormgeving bij De Cirkel 1934-1982 door J.A. Tange en D.H.A.C Lokin. Met dank aan Janwillem Schrofer voor het lenen van zijn exemplaar.

[6] Louis Couperus, Psyche (eds. H.T.M. van Vliet, J.B. Robert en M. Boelhouwer). Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen 1992, p. 9. 

[7] Marijke Uittenbroek, Sieraden in de stad. Beelden en fonteinen in Leiden. [Leiden, 1999], p. 57-61.

[8] Annemarie Boorsma, www.annemarieboorsma.nl.

[9] Louis Couperus, Psyche (eds. H.T.M. van Vliet, J.B. Robert en M. Boelhouwer). Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen 1992, p. 86.

Psyche in 1961 tentoongesteld bij Stien Eelsingh in ‘De witte Boerderij’ in Staphorst op de eerste solotentoonstelling van Theo van der Nahmer. Hier lijkt (zie houding hoofd) een andere versie van het beeld te staan. Foto collectie Inger van Lamoen-Dommisse.
Theo van der Nahmer, portretfoto in Het vaderland, 3 december 1960.

Bijschrift foto's:

Links:   
Psyche in 1961 tentoongesteld bij Stien Eelsingh in ‘De witte Boerderij’ in Staphorst op de eerste solotentoonstelling van Theo van der Nahmer. Hier lijkt (zie houding hoofd) een andere versie van het beeld te staan. Foto collectie Inger van Lamoen-Dommisse.

Rechts: Theo van der Nahmer, portretfoto in Het vaderland, 3 december 1960.