Op de omslag een groep jonge vrouwen in de bibliotheek van de lerarenopleiding Washinghton DC. 1899 (fragment). Foto Library of Congres, Francis Benjamin Johnston.
Geachte Donateurs,
Om maar met het slechte nieuws te beginnen: Arabesken is ook dit keer door omstandigheden te laat. Wij begrijpen dat dit heel vervelend is voor u, onze lezer! Onze excuses daarvoor.
Wij, de redactie, beraden ons op hoe we beter met tegenzittende omstandigheden kunnen omgaan zodat we dit in de toekomst kunnen voorkomen.
Over slecht nieuws gesproken: wat ik in de krant lees, stemt mij zacht gezegd niet vrolijk. De toekomst ziet er niet rooskleurig uit. En dan moet ik denken aan de woorden die Couperus
schreef – u kent ze vast – ‘En het bewustzijn is over mij gekomen, dat ik niets anders ben dan een toeschouwer, en zelfs nog wel heel nutteloos.’ Het is voor sommigen een reden om het nieuws helemaal te mijden. Is dat niet een beetje hooghartig
of onverschillig? Uit onderzoek blijkt dat nieuwsmijders vaak aardige, gevoelige mensen zijn, die door de zorgelijke berichtenstroom zó kwaad of verdrietig worden, dat ze vermijdingsgedrag
gaan vertonen. Aan de andere kant zijn er types als bestsellerauteur Rolf Dobelli, die het nieuws volgen maar nutteloos en geestdodend vindt, zo meldt hij in zijn zelfhulpboek Het Nieuwsdieet. Je
kan ook gelijk in je bubbel gaan zitten. Of in je ivoren toren.
Schrijvers worstelen hiermee: moet je in eigen werk stelling nemen over de rauwe werkelijkheid, of blijf je vasthouden aan l’art pour l’art? Het verbaast me dan ook niet dat de uitdrukking ‘in een
ivoren toren zitten’ uit de literaire wereld komt. Literatuurcriticus Charles Sainte-Beuve introduceerde
de uitdrukking in 1837, toen hij over schrijver Alfred de Vigny schreef: ‘En Vigny trok zich voor de middag stilletjes terug als in zijn ivoren toren.’
Ook ik betrap mezelf erop dat ik minder vaak het nieuws lees, en vaker grijp naar de boekenbijlage. Daar las ik bijvoorbeeld een interview met de Spaanse schrijver Irene Vallejo over haar boek Uit liefde voor het lezen, Een pleidooi voor het lezen. ‘Verhalen helpen ons te overleven’, zegt ze hierin.
In deze Arabesken vindt u vele mooie, interessante verhalen. Over ons bezoek aan het Literatuurmuseum,
over de lievelingsschrijfster van Couperus, een column van Mohammed Benzakour over de boekenkast van Couperus, een verslag over de veiling van de bibliotheek van het Couperusmuseum,
wat Ilja Leonard Pfeijffer zo goed vindt aan De berg van licht en dan eindelijk de toespraak van Ellen Deckwitz bij de onthulling van de schrijverssteen voor Couperus.
Heeft u trouwens uw noodpakket al klaarliggen, waar de regering zo op aandringt? Volkskrantcolumnist
Julien Althuisius heeft nog wat aanvullingen op dit pakket om de boel wat minder vreugdeloos te maken: ‘[…] boeken. Koop ze en lees ze. In godsnaam.’
Namens het bestuur en de redactie,
Annette Postma